Een man dient een klacht in bij de Nationale ombudsman. De klacht gaat over de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD). De RUD heeft naar aanleiding van een melding over illegale asbestverwijdering een controle uitgevoerd en een rapport van bevindingen opgesteld. Meneer klaagt erover dat hij niet betrokken is bij de behandeling van de melding en de totstandkoming van het rapport. De man vindt dat het rapport een eenzijdig beeld geeft van de situatie. En is het niet eens met een aantal opmerkingen die in het rapport over hem staan vermeld.
De RUD stelt dat uit de bevindingen van de toezichthouder bleek dat het om een situatie ging waarvoor zij niet bevoegd is voor toezicht en handhaving ervan. Het besluit in hoeverre sprake was van een overtreding en het betrekken van de standpunten van betrokkenen was aan de betrokken gemeente. Om die reden heeft de RUD het rapport van bevindingen ter behandeling aan de gemeente doorgestuurd.
De ombudsman vindt dat de RUD hiermee voldoende heeft gemotiveerd waarom zij niet bevoegd was de melding te behandelen. De ombudsman vindt dat de RUD behoorlijk heeft gehandeld en vindt de klacht ongegrond.
De RUD heeft het standpunt van de man kenbaar gemaakt bij de gemeente. En daarbij aangegeven dat de gemeente eventueel de RUD kan verzoeken om het rapport aan te passen op grond van de argumenten van de man. Dat vindt de ombudsman passend.
Wat betreft de inhoud van het rapport van bevindingen constateert de ombudsman dat een neutrale en zakelijke weergave wordt gegeven van de feiten die tijdens de controle zijn waargenomen.