Een man ervaart overlast van trillingen aan zijn woning, nadat er vlakbij zijn woning een verkeersdrempel is aangebracht. Deze verkeersdrempel is aangebracht om de verkeersveiligheid in zijn straat te vergroten. De man wil graag het probleem opgelost hebben. Bijvoorbeeld door het verlagen van de verkeersdrempel of anders de verkeersdrempel minstens tien meter te verplaatsen. Hij heeft dit voorgelegd aan de gemeente. Hij mist de bereidheid van de gemeente om mee te denken over deze oplossingen. Hij dient hierover een klacht in bij de Nationale ombudsman.
Tussen de man en de gemeente zijn contacten over en weer geweest over de aanleg van de verkeersdrempels, de overlast hiervan en de mogelijkheid van alternatieve maatregelen. De gemeente heeft bij het besluit om de verkeersdrempel aan te leggen het belang van de verkeersveiligheid zwaarder laten wegen dan het individuele belang op een rustig woongenot. Alternatieve oplossingen zijn onderzocht maar deze gaan ten koste van de verkeersveiligheid. Ook heeft de gemeente een extern onderzoek laten uitvoeren naar de trillingen in de woning. De extern deskundige is ter plaatse geweest en heeft geconcludeerd dat de verkeersdrempel geen overmatige trillingen veroorzaakt.
De Nationale ombudsman vindt dat de gemeente de betrokken belangen zorgvuldig tegen elkaar heeft afgewogen en de uitkomst daarvan niet onredelijk is. Ook is de gemeente op serieuze wijze omgegaan met de voorstellen en klachten van de man.