Een man woont tegenover een sportcomplex en ervaart hiervan overlast. Hij dient hierover al meerdere jaren en zeer geregeld meldingen, klachten en ook een handhavingsverzoek in. De gemeente liet hem in een brief weten dat en waarom zij niet meer op iedere afzonderlijke melding zal reageren. En verzocht hem zijn taalgebruik richting met name handhavers aan te passen. De man is het hier niet mee eens en wendt zich tot de ombudsman. Deze heeft navraag gedaan bij de gemeente. De gemeente verstrekt een overzicht van wat zij de afgelopen jaren heeft gedaan om de overlast te beperken en welke brieven zij aan de man heeft verstuurd. Ook benoemt zij dat de man de enige is die bij de gemeente klaagt over overlast. En dat zij een afweging maakt tussen de ervaren overlast en het belang van vooral jongeren om te kunnen bewegen en sporten. Een handhavingsverzoek van de man is afgewezen.
De ombudsman vindt de klachten van de man ongegrond. Hij vindt dat de gemeente de meldingen, klachten en verzoeken om handhaving over geluidsoverlast van het sportcomplex in de afgelopen jaren voldoende heeft behandeld. Daarnaast heeft de gemeente toegezegd dat zij een recente klacht over lichtoverlast oppakt. Verder kan de ombudsman volgen dat de gemeente heeft aangegeven niet meer op iedere afzonderlijke melding te reageren. De klacht over de afwijzing van het handhavingsverzoek kan de ombudsman niet behandelen. Het bezwaarschrift hierover is afgewezen en daartegen stond beroep open. De man heeft hier geen gebruik van gemaakt.