Een man is niet tevreden over het functioneren van de warmte-koudeopslag (WKO) in zijn woonwijk. Hij vindt dat de gemeente die net als hij een contract heeft met de energieleverancier, onvoldoende actie onderneemt om de leverancier hierop aan te spreken. Hij dient hierover meerdere klachten in.
De gemeente behandelt deze klachten en laat aan verzoeker weten wat zij wel en niet kan betekenen voor de man. Omdat dit voor de man onvoldoende is wendt hij zich tot de Nationale ombudsman.
De Nationale ombudsman vindt dat de gemeente de klachten van de man behoorlijk heeft behandeld. Zo heeft de gemeente duidelijk uitgelegd wat zij kan doen bij klachten over het functioneren van de energieleverancier. Ook geeft de gemeente in het algemeen aan wat de man in deze kwestie van de gemeente mag verwachten. De gemeente benadrukt dat zij haar eigen verantwoordelijkheid heeft. Zij maakt dus eigen keuzes als het gaat om het aanspreken van de energieleverancier op contractuele verantwoordelijkheden. De ombudsman kan de gemeente hierin volgen maar vindt het belangrijk dat zij de man goed blijft informeren.
Verder vindt de ombudsman het positief dat de gemeente een contactpersoon heeft aangewezen tot wie de man zich kan richten. En dat de wethouder met hem in gesprek wil gaan over deze kwestie. De ombudsman zal deze casus eventueel wel als voorbeeld gebruiken voor een (mogelijk) onderzoek naar de knelpunten voor burgers bij de energietransitie.