Een werknemer dient een klacht in bij de Nationale ombudsman over zijn ex-werkgever. Het gaat om een overheidswerkgever. De werknemer vindt dat zijn ex-werkgever hem niet goed heeft behandeld. Hij heeft hierover een klacht ingediend. De werknemer is ontevreden over de reactie van zijn werkgever op zijn klacht.
Naast de klacht loopt er een ontslagzaak. De Nationale ombudsman heeft in deze ontslagzaak geen rol. Het is aan de rechter om te beoordelen of het ontslag terecht is of niet. Wel kan de Nationale ombudsman beoordelen of een overheidswerkgever zorgvuldig omgaat met klachten van werknemers.
Eén van de klachten van werknemer is dat zijn ex-werkgever bij de behandeling van zijn klacht alleen kijkt naar het jaar voordat hij zijn klacht indiende. Volgens de wet mogen overheidsinstanties dat doen. Gebeurtenissen van langer dan een jaar geleden hoeven zij niet mee te nemen bij klachtbehandeling. Op dit punt vindt de Nationale ombudsman de klacht van werknemer daarom niet terecht.
Volgens werknemer heeft zijn ex-werkgever verder veel te lang gedaan over het behandelen van zijn klacht. De Nationale ombudsman toetst dit klachtonderdeel aan het vereiste van voortvarendheid. Dit vereiste houdt in dat een overheidsinstantie zo snel en slagvaardig mogelijk handelt. De Nationale ombudsman stelt vast dat de klachtbehandeling te lang heeft geduurd. Pas ruim een jaar nadat werknemer de klacht heeft ingediend krijgt hij een besluit van werkgever over zijn klacht. Het is begrijpelijk dat de samenloop met de ontslagzaak en het inschakelen van een externe klachtencommissie extra tijd kosten. Toch had werkgever de zaak sneller kunnen oppakken. De Nationale ombudsman vindt dat werknemer terecht aangeeft dat de procedure te lang heeft geduurd.
