Mevrouw zit in een lopende schuldbemiddeling. Zij krijgt een baan in loondienst, waardoor haar Wajong-uitkering stopgezet moet worden. Door een administratieve fout bij het UWV loopt de Wajong-uitkering door. De schuldhulpverlener weet hiervan en geeft aan dat de teveel ontvangen Wajong-uitkering bij hen op de beheerrekening gestort mag worden. Daarmee wordt de latere terugbetaling veilig gesteld.
Mevrouw zegt telefonisch nagevraagd te hebben of dit gevolgen heeft voor de hoogte van de toeslagen. Dit zou niet het geval zijn. Later wordt ze geconfronteerd met hoge schulden bij de Belastingdienst. Zij moet toch toeslagen terugbetalen. Zij klaagt hierover bij de schuldhulpverlener. Die geeft aan mevrouw meerdere malen te hebben verteld dat wijzigingen in inkomen, gevolgen hebben voor de toeslagen. Het is niet duidelijk of ze dit advies ook voor dit specifieke geval hebben gegeven. Er zijn geen telefoonnotities van en er is ook geen mail over gestuurd. De Nationale ombudsman is van mening dat mevrouw hier schriftelijk op gewezen had moeten worden. Dat had een hoop ellende voorkomen. De schuldhulpverlening heeft de schuld overigens wel voor mevrouw opgelost, waardoor de schade zeer beperkt is gebleven. De Nationale ombudsman ziet geen aanleiding tot verder onderzoek.