De Belastingdienst/Toeslagen wilde niet de volledige kinderopvangtoeslag toekennen over de jaren 2008 en 2009 omdat de gemaakte opvangkosten onvoldoende zouden zijn aangetoond. Verzoekster had contant en rechtstreeks betaald aan de gastouder, waarvan alleen maandstaten beschikbaar waren. In 2011 is een deel van de kinderopvangtoeslag toegekend, onder de mededeling dat de maandstaten niet compleet waren. Toen de maanstaten alsnog compleet waren ontvangen, voerde de Belastingdienst/Toeslagen aan dat deze stukken niet voldoende aantonen dat kinderopvang is genoten en betaald.
De Belastingdienst/Toeslagen heeft niet open en eerlijk gecommuniceerd over de stukken die in 2011 beschikbaar waren bij het beoordelen van het recht op kinderopvangtoeslag. De maandstaten waren toen immers wel degelijk compleet in het bezit van de Belastingdienst/Toeslagen. De Belastingdienst/Toeslagen heeft in 2011 ook geen betrouwbare informatie gegeven over het soort bewijsstukken dat zij nodig achtte voor het toekennen van kinderopvangtoeslag. De Nationale ombudsman vindt het begrijpelijk dat verzoekster al die tijd heeft geleefd in de verwachting dat zij de resterende kinderopvangtoeslag vergoed zou krijgen op basis van uitsluitend maandstaten. Ook heeft de Belastingdienst/Toeslagen niet open en eerlijk gecommuniceerd over de procedurele kansen van verzoekster en over de bewijsstukken die zij nodig achtte om de resterende kinderopvangtoeslag alsnog te kunnen toekennen.
Getoetst is aan het vereiste van fair play.
De Nationale ombudsman doet de aanbeveling alsnog de resterende kinderopvangtoeslag over 2008 en 2009 toe te kennen op basis van de aangeleverde maandstaten.