2013/120: Familie overleden vrouw klaagt dat politie onvoldoende heeft gedaan om hen te achterhalen

Rapport

De zuster van verzoeker is in haar woning overleden. Zij woonde daar alleen. De politie heeft in haar woning gezocht naar aanwijzingen of zij familie had, zodat die kon worden geïnformeerd. Dit leverde geen aanwijzingen op. Ook uit informatie van twee politieambtenaren die al eerder contact hadden gehad over deze dame en van mensen uit de buurt kon niet worden opgemaakt dat mevrouw nog familie bezat. De politie heeft daarna geen inspanningen meer verricht om familieleden te achterhalen. Zij heeft de zorg voor de lijkbezorging overgedragen aan de uitvaartverzorger en de gemeente waar de vrouw woonde.

Verzoeker en zijn andere zuster klagen erover dat de politie te weinig heeft gedaan om te achterhalen of zij nog familie had. Zij kwamen er bij toeval achter dat hun zuster was overleden en hebben zo de uitvaart van hun zuster kunnen verzorgen.

De Nationale ombudsman onderzocht de klacht en kwam tot het oordeel dat de politie in dit geval niets te verwijten viel. Zij heeft zich voldoende ingespannen om na te gaan of de overledene nabestaanden had om te kunnen informeren. Niet van de politie had gevraagd mogen worden dat zij ook de GBA zou bevragen over mogelijke nabestaanden, zoals verzoeker had gesteld.

De Nationale ombudsman overwoog vervolgens dat toen de zorg voor de lijkbezorging werd overgedragen aan de gemeente, het van de gemeente verwacht had mogen worden dat zij direct had trachten te achterhalen of er nabestaanden waren. Er rust volgens de Nationale ombudsman ten aanzien van dit soort kwesties een inspanningsverplichting op de gemeente, hoe complex de zoektocht in de GBA ook kan zijn.

De Nationale ombudsman nam het de politie niet kwalijk dat zij het Centraal Testamenten Register niet had benaderd om informatie te verkrijgen over een mogelijk door de overleden zuster opgemaakt testament.

De Nationale ombudsman toetste aan het vereiste van professionaliteit. De klacht over de politie was niet gegrond, die over de gemeente wel.

Daarnaast klaagde verzoeker over de wijze waarop een telefoongesprek dat plaatsvond tussen zijn zuster en een politieambtenaar over de klachtbehandeling en het onderzoek van de politie. Ook deze klacht toetste de Nationale ombudsman aan het vereiste van professionaliteit. De Nationale ombudsman achtte deze klacht niet gegrond. Hij hechtte meer waarde aan de lezing van de politie dan aan die van verzoeker en zijn zuster.

Instantie: Regionale politiekorps Fryslân

Klacht:

beëindigen van het telefoongesprek

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regionale politiekorps Fryslân

Klacht:

onvoldoende inspanningen verricht ten aanzien van het traceren van nabestaanden via de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA)

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regionale politiekorps Fryslân

Klacht:

onvoldoende inspanningen verricht ten aanzien van het traceren van nabestaanden via het Centraal Testamenten Register

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Gemeente Weststellingwerf

Klacht:

onvoldoende inspanningen verricht ten aanzien van het traceren van nabestaanden via de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA)

Oordeel:

Gegrond