Na zijn vestiging in de provincie raakt een oudere man verwikkeld in een hoogoplopend conflict met zijn buren. Hij is bijzonder teleurgesteld over de opstelling van de politie die naar zijn opvatting getuigen van desinteresse en vooringenomenheid. Na de interne behandeling van zijn klachten over gedragingen verklaart de korpsbeheerder een van de klachtonderdelen gegrond. De man verwacht een schriftelijk excuus, maar krijgt dat niet. Ook stelt hij dat de politie de afspraken over het contact tussen hem en de politie niet naleeft.
De Nationale ombudsman heeft in dit rapport meer in het algemeen beschreven wat een burger redelijkerwijze van de politie mag verwachten als hij verwikkeld raakt in een burenruzie. De politie kan geen oplossing bieden voor het conflict. De sleutel tot de oplossing ligt bij partijen zelf. Wel hoort de politie de burger bescherming en veiligheid te bieden, op te treden als er sprake is van strafbare feiten en betrokkenen de weg te wijzen naar buurtbemiddeling.
In dit specifieke geval is de Nationale ombudsman van mening dat de politie in strijd heeft gehandeld met het behoorlijksvereiste van de-escalatie door te volharden in de weigering schriftelijk excuus aan te bieden naar aanleiding van een door de korpsbeheerder gegrond verklaard klachtonderdeel.
De Nationale ombudsman acht de klacht op het punt van het nakomen van afspraken niet gegrond.
De conclusie van de Nationale ombudsman is dat de politie voldoende tijd en aandacht heeft besteed aan het burenconflict.