Verzoeker werd op de openbare weg door twee politieambtenaren staande gehouden voor het overtreden van de Algemeen Plaatselijke Verordening. Hij dronk bier, of had een geopend blik bier bij zich, waar dit niet was toegestaan. Verzoeker kreeg hiervoor een boete. Bij het uitschrijven van deze boete trok verzoeker zijn identiteitsbewijs dat hij daarvoor had afgegeven weer uit handen van de politieambtenaar. Verzoeker werd daarop aangehouden. Hij werd naar de grond gebracht en geboeid. Vervolgens heeft verzoeker enige tijd moeten wachten op vervoer naar het politiebureau.
Verzoeker klaagt over het gebruik van het geweld bij zijn aanhouding. Ook klaagt hij erover dat onvoldoende oog is geweest voor zijn medische en psychische achtergrond en dat hij na zijn aanhouding 45 minuten heeft moeten wachten op vervoer naar het politiebureau.
De politieambtenaren die verzoeker hebben staande gehouden en later aangehouden hebben rechtmatig gehandeld. Ook is niet gebleken dat er disproportioneel geweld is gebruikt bij de aanhouding van verzoeker. De politieambtenaren hebben ook voldoende oog gehad voor de medische en psychische achtergrond van verzoeker. Toen verzoeker geboeid op de grond zat, heeft hij een tik tegen zijn hoofd gekregen van een van de politieambtenaren, omdat hij hen uitschold en aandacht van omstanders probeerde te trekken. Dit keurt de Nationale ombudsman zonder meer af.
Ook is de Nationale ombudsman van oordeel dat de politie als organisatie moet voorzien in voldoende mogelijkheden en middelen om te voorkomen dat arrestanten onnodig lang moeten wachten op vervoer naar het politiebureau.
Het vereiste van behoorlijk overheidsoptreden dat grondrechten - in dit geval het recht op onaantastbaarheid van het lichaam - worden gerespecteerd; eenmaal gegrond eenmaal ongegrond.
Het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen; gegrond.
Het vereiste van professionaliteit; ongegrond.
