2011/277: Ouders klagen over gewelddadige, geboeide uithuisplaatsing van hun kinderen

Rapport

De kinderen van verzoekers waren door de kinderrechter onder toezicht van Bureau Jeugdzorg (BJZ) gesteld. De kinderrechter had ook een machtiging verleend om de kinderen uit huis en in een crisisopvang te plaatsen. Op enig moment hadden de kinderen het opvangcentrum verlaten en waren zij teruggekeerd in de woning van verzoekers. Nadat BJZ en de politie met verzoekers hadden gepraat over het terugkeren van de kinderen naar het opvangadres, heeft de politie de kinderen uiteindelijk uit de woning gehaald en naar dat adres teruggebracht.

Verzoekers klaagden erover dat de politie hun kinderen met geweld uit hun huis had gehaald. Verder waren verzoekers van mening dat de politie niet bevoegd was handboeien te gebruiken bij hun zoon.

Uit het onderzoek van de Nationale ombudsman bleek dat het door de politie toegepaste geweld bestond uit het vastpakken en/of duwen van de kinderen. De Nationale ombudsman was van oordeel dat de politie bij het uit huis halen van de kinderen in de rechtmatige uitoefening van haar bediening was. Verder kwam hij tot de conclusie dat het gebruikte geweld het doel (het terugbrengen van de kinderen naar het opvangadres) rechtvaardigde en dat het geweld niet disproportioneel was geweest. De Nationale ombudsman was dan ook van oordeel dat het recht van de kinderen op onaantastbaarheid van hun lichaam voldoende was gerespecteerd.

Ten aanzien van het boeien overwoog de Nationale ombudsman dat de zoon "rechtens van zijn vrijheid was beroofd". Verder was de Nationale ombudsman van oordeel dat de politie kon besluiten om de zoon te boeien. Hierbij was van belang dat de zoon zich verzette, aannemelijk was dat hij (enigszins) onvoorspelbaar was en de politie samen met de zoon de trap af moest lopen om naar de politieauto te gaan.

Instantie: Regiopolitie Drenthe

Klacht:

verzoekers kinderen met gebruikmaking van buitenproportioneel geweld uit hun huis gehaald

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Drenthe

Klacht:

handboeien gebruikt bij zoon

Oordeel:

Niet gegrond