Een groep biseksuele- en homoseksuele mannen bezoekt al jaren een bos in Noord-Holland. Jarenlang is deze ontmoetingsplaats gedoogd en op enig moment is besloten dat er opgetreden moest worden tegen naaktrecreatie en buitenseks.
De Stichting Platform Keelbos (verder: verzoekster) klaagt erover dat personen die vallen binnen haar belangengroep zich onheus bejegend en opgejaagd voelen door buitengewoon opsporingsambtenaren van de homo-ontmoetingsplaats in het Noord-Hollandse bos.
De Nationale ombudsman is ervan overtuigd dat er van een schoonveegactie geen sprake is. De BOA's voeren hun dagelijkse werkzaamheden uit. Het uitvoeren van surveillances en optreden tegen buitenseks is hier onderdeel van. Dat zij gebruik maken van verrekijkers, acht de Nationale ombudsman gezien de omvang van het recreatiegebied niet onjuist. Discriminatie en het rondlopen met wapperende bonnenboekjes worden niet aannemelijk geacht. Het feit dat een BOA een keer heeft gezegd dat hij het afschuwelijk vond wat hij aantrof, acht de Nationale ombudsman gezien de context niet zodanig dat moeten worden geoordeeld dat de BOA de man onheus heeft bejegend.
De Nationale ombudsman oordeelt verder dat het onjuist is dat BOA's om identiteitsbewijzen vragen of kentekens registreren in de gevallen dat geen strafbaar feit kan worden geconstateerd. Hiervoor ontbreekt de wettelijke basis nu onvoldoende is gebleken dat het voor de BOA's noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak.
Het vereiste van correcte bejegening is niet geschonden. Het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer is onvoldoende gerespecteerd.