Verzoeker is in oktober 2009 aangehouden buiten heterdaad. Enige weken daarvoor is hij de woning van zijn inmiddels ex-echtgenote binnengegaan om stukken over de echtscheiding te zoeken. Zijn ex-echtgenote heeft aangifte van huisvredebreuk gedaan.
De politie heeft verzoeker persoonlijk een brief overhandigd waarin hij werd ontboden voor verhoor op het politiebureau. Verzoeker was die datum verhinderd omdat hij op vakantie zou gaan. Dit heeft hij schriftelijk aan de politie laten weten. Twee dagen na terugkomst van zijn vakantie is verzoeker buiten heterdaad in zijn woning aangehouden.
Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie opdracht heeft gegeven hem buiten heterdaad aan te houden, terwijl hij bereidwillig was mee te werken aan het strafrechtelijk onderzoek.
Tijdens zijn verblijf in de ophoudkamer van het politiebureau heeft verzoeker meerdere malen gebruik gemaakt van de daar aanwezige bel om de aandacht van de politie te krijgen. Hij maakte zich zorgen om zijn zoon die uit school zou komen en om een afspraak die hij die ochtend had. De politie heeft eerst wel en later niet meer gereageerd op het bellen van verzoeker.
Verzoeker klaagt erover dat de politie niet (meer) reageerde op zijn bellen vanuit de ophoudkamer.
Wat betreft het aanhouden van verzoeker buiten heterdaad in opdracht van de officier van justitie is de Nationale Ombudsman van mening dat deze gedraging niet behoorlijk is wegens strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving.
Wat betreft het niet (meer) reageren van de politie op het bellen van verzoeker vanuit de ophoudkamer is de Nationale Ombudsman van oordeel dat de politie behoorlijk heeft gehandeld. De politie heeft niet in strijd gehandeld met het vereiste van bijzondere zorg.