Op 3 november 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer O. te 's-Hertogenbosch, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland bv, kantoor Tilburg. Omdat verzoeker nog niet had voldaan aan het kenbaarheidsvereiste als neergelegd in artikel 12, tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman (verzoeker had het Gak nog niet in kennis gesteld van zijn klacht en het Gak had derhalve nog niet de gelegenheid gehad om op de klacht te reageren), werd zijn klacht niet in onderzoek genomen. Nadat verzoekers klacht aan het Gak was voorgelegd en verzoeker van het Gak een reactie op zijn klacht had ontvangen, wendde verzoeker zich wederom met zijn klacht tot de Nationale ombudsman. Vervolgens werd naar de gedraging van het Gak, die wordt aangemerkt als een gedraging van het Landelijk instituut sociale verzekeringen te Amsterdam, een onderzoek ingesteld.
Op grond van de door verzoeker verstrekte gegevens werd de klacht als volgt geformuleerd:
Verzoeker klaagt erover dat Gak Nederland bv, kantoor Tilburg, hem geen schriftelijke informatie wil verstrekken over de hoogte van zijn Wajong-uitkering, indien hij 15 uur per week werkzaamheden bij X zou gaan verrichten.
Achtergrond
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wet van 24 april 1997, Stb. 177)
Artikel 2, eerste en vijfde lid:
"…1. Arbeidsongeschikt, geheel of gedeeltelijk, is de persoon die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling geheel of gedeeltelijk niet in staat is om met arbeid te verdienen, hetgeen gezonde personen, met soortgelijke opleiding en ervaring, ter plaatse waar hij woont of in de omgeving daarvan met arbeid gewoonlijk verdienen.
(…)
5. Onder de in het eerste en tweede lid eerstgenoemde arbeid wordt verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe de betrokkene met zijn krachten en bekwaamheden in staat is…"
Artikel 50, eerste lid:
"…1. Indien de jonggehandicapte die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering inkomsten uit arbeid geniet, wordt, zolang niet vaststaat of deze arbeid als arbeid, bedoeld in artikel 2, vijfde lid, kan worden aangemerkt, de arbeidsongeschiktheidsuitkering niet ingetrokken of herzien, doch wordt de uitkering:
a. niet betaald, indien de inkomsten uit arbeid zodanig zijn, dat als die arbeid wel arbeid als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, zou zijn, niet langer sprake zou zijn van arbeidsongeschiktheid van ten minste 25%; of
b. indien onderdeel a niet van toepassing is, betaald tot een bedrag ter grootte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, zoals deze zou zijn vastgesteld, indien die arbeid wel arbeid als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, zou zijn…"
Onderzoek
In het kader van het onderzoek werd het Gak verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben.
Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. Het Gak deelde mee zich met de inhoud van het verslag te kunnen verenigen. De reactie van verzoeker gaf aanleiding het verslag aan te vullen.
Bevindingen
A. feiten
Verzoeker ontvangt een uitkering ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
Omdat hij 15 uur per week werkzaamheden wilde gaan verrichten, wendde hij zich tot Gak Nederland bv, kantoor Tilburg, met het verzoek hem schriftelijk aan te geven hoeveel aanvullende uitkering hij bij het aanvaarden van die werkzaamheden van het Gak zou krijgen.
Het Gak weigerde hem die informatie te verstrekken.
B. Standpunt verzoeker
Voor het standpunt van verzoeker wordt verwezen naar de klachtformulering onder klacht en naar zijn klachtbrief van 2 november 1999. Daarin gaf verzoeker aan:
"…Ik heb een klein probleem met het GAK Tilburg. Ik heb daar samen met mijn vrouw enkele gesprekken gevoerd met mr. B. Het probleem is als volgt: ik zit momenteel in de WA-jong en ik wil graag 15 uur per week gaan werken (…).
Nu zou ik natuurlijk graag willen weten of ik er op vooruit ga. Van de WA-jong krijg ik netto 1326,76. Als ik (…) werk krijg ik bruto 1007 gld en dat is netto 917,69. (tariefgroep 2)
Bij het GAK zit ik in tariefgroep 0. Ik zou natuurlijk graag ZWART op wit willen zien hoe groot mijn aanvulling van het GAK is.
Nu is het geval dat mr. B. mij deze GAK aanvulling bij 15 uur werk (…) niet wil toesturen (en wel op papier gezet natuurlijk).
Ik krijg dus geen schriftelijke toezegging hoeveel ik ongeveer van het GAK aangevuld krijg.
Dit wil ik natuurlijk wel op schrift hebben…"
C. Standpunt GAK NEDERLAND bv
1. In reactie op de klacht liet het Gak het volgende weten:
"…De inhoud van de klacht zoals door u aangegeven is ons bekend. Uw organisatie heeft deze op 10 november 1999 aan ons kantoor te Tilburg gezonden.
Op 20 december 1999 heeft dit kantoor een antwoord aan (verzoeker; N.o.) gezonden. Een kopie werd naar de Nationale ombudsman gezonden.
Wij zijn nagegaan of er naar aanleiding van uw vraagstelling nieuwe feiten of gezichtspunten naar voren komen die de klacht van (verzoeker; N.o.) in een ander daglicht zou kunnen plaatsen, dan wel dat er aanleiding zou zijn om een ander standpunt in te nemen.
Wij zijn van mening dat van zulks geen sprake is.
De brief van 20 december 1999 van ons kantoor te Tilburg geeft het standpunt van Gak Nederland weer.
Dit zowel ten aanzien van de motivatie als ons oordeel over de klacht…"
2. De hiervoor bedoelde brief van 20 december 1999 van Gak Nederland bv, kantoor Tilburg, aan verzoeker luidt als volgt:
"…Wij kunnen ons voorstellen dat u graag vooraf wilt weten waar u financieel aan toe bent als er een verandering in uw situatie ontstaat. Echter, informatie vooraf over de exacte hoogte van een (aanvullende) uitkering in het kader van de diverse arbeidsongeschiktheidswetten bij het aanvaarden van werk, wordt door ons niet verstrekt.
De reden hiervoor is dat van eenieder die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, verlangd wordt, dat hij of zij zich maximaal inspant om een optimaal passende functie te verkrijgen, dat wil zeggen optimaal passend bij de resterende belastbaarheid. Dit ongeacht de mate van arbeidsongeschiktheid en de hoogte van de uitkering.
Zodra iemand hervat in een aangepaste functie of een andere passende functie aanvaardt, worden de gevolgen voor de uitkering door ons nagegaan, uitgaande van de nieuwe verdiensten. De uitkering wordt dan gebaseerd op de arbeidsklasse, die bepaald wordt door het verschil tussen het loon dat u gaat verdienen en het maatmanloon (dit is het loon dat verdiend werd bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid, of het wettelijk minimumloon indien nog niet gewerkt werd bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid.
De uitkering moet gezien worden als een aanvulling op eventuele verdiensten en wordt vastgesteld zodra er feitelijk van verdiensten sprake is. Anders gezegd, de hoogte van een uitkering mag niet bepalend zijn voor het aanvaarden van werk.
De heer B. heeft dan ook gehandeld volgens het voor ons geldende beleid, dat gebaseerd is op de aard van de sociale wetgeving rond arbeidsongeschiktheid.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en wensen u succes bij het vinden en uitvoeren van passende werkzaamheden. Wanneer u in dat geval uw inkomsten direct aan ons doorgeeft, zullen wij u zo spoedig mogelijk informeren over de hoogte van een eventuele aanvullende Wajong-uitkering.
Gelet op bovenstaande achten wij uw klacht niet gegrond…"
D. Reactie verzoeker
Naar aanleiding van het verslag van bevindingen liet verzoeker weten dat het Gak het accent verkeerd legt, omdat het oordeel of iemand al dan niet geschikt is om te werken moet worden overgelaten aan de keuringsarts. Verzoeker benadrukte voorts het normaal te vinden dat wanneer iemand gaat werken, hij weet hoeveel hij gaat verdienen.
Beoordeling
1. Verzoeker klaagt erover dat Gak Nederland bv, kantoor Tilburg, heeft geweigerd hem vooraf schriftelijk te informeren over de hoogte van zijn Wajong-uitkering, indien hij 15 uur per week werkzaamheden zou gaan verrichten bij een bepaalde werkgever. Verzoeker wilde graag weten of hij er financieel op vooruit zou gaan, indien hij de betreffende baan zou accepteren.
2. Het Gak gaf in reactie op verzoekers klacht aan, dat men zich kan voorstellen dat verzoeker graag vooraf wil weten waar hij financieel aan toe is, indien er een verandering in zijn situatie ontstaat, maar dat geen informatie vooraf over de exacte hoogte van een (aanvullende) arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt verstrekt. Reden daarvoor is, aldus het Gak, dat van een ieder die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, wordt verlangd dat hij zich maximaal inspant om een optimaal bij zijn resterende belastbaarheid passende functie te verkrijgen. Zodra iemand werk hervat in een aangepaste functie of een andere passende functie aanvaardt, worden de gevolgen voor de uitkering nagegaan, uitgaande van de nieuwe verdiensten. Volgens het Gak moet de uitkering worden gezien als een aanvulling op eventuele verdiensten en wordt deze vastgesteld zodra er feitelijk van verdiensten sprake is. Het Gak wees erop dat de hoogte van een uitkering niet bepalend mag zijn voor het aanvaarden van werk.
3. Het is niet onjuist dat het Gak zich op het standpunt heeft gesteld dat de hoogte van een aanvullende uitkering niet bepalend mag zijn voor het aanvaarden van werk. Het enkele feit dat een uitkeringsgerechtigde de exacte hoogte van zijn uitkering wil weten om de afweging te (kunnen) maken of het 'loont' om een bepaalde baan te accepteren, hoeft voor het Gak geen aanleiding te zijn om vooraf exacte bedragen te verstrekken. Omdat voorts een mogelijke intrekking of herziening van een uitkering bij het aanvaarden van werkzaamheden afhankelijk is van verschillende factoren, waaronder het al dan niet passend zijn van de werkzaamheden bij de krachten en bekwaamheden van de betrokkene (zie achtergrond), is het niet onjuist dat het Gak kantoor Tilburg, verzoeker vooraf geen informatie heeft verstrekt over de exacte hoogte van zijn uitkering, indien hij de werkzaamheden zou aanvaarden.
De onderzochte gedraging is dan ook behoorlijk.
Conclusie
De klacht over de onderzochte gedraging van Gak Nederland bv, kantoor Tilburg, die wordt aangemerkt als een gedraging van het Landelijk instituut sociale verzekeringen te Amsterdam, is niet gegrond.