Een man heeft een paardenbedrijf. De grond die hij in gebruik heeft is nodig voor het Tracébesluit Ring Utrecht A27. Hij vindt dat het hele proces van grondverwerving veel te lang duurt, al ongeveer acht jaar. In 2016 vond het eerste overleg tussen hem en Rijkswaterstaat (RWS) plaats en nog altijd heeft hij geen duidelijkheid. Vragen en verzoeken die hij in het kader van de grondverwervingsprocedure stelde worden niet volledig of onduidelijk beantwoord. Punten die voor hem belangrijk zijn blijven onduidelijk. Hij blijft hierdoor in onzekerheid verkeren. RWS behandelt de klacht van de man. Hoewel RWS ook vindt dat het proces om te komen tot de transactie lang duurt, is dit gelet op diverse omstandigheden niet onredelijk. Voor wat betreft de informatievoorziening en onduidelijkheid geeft RWS aan dat het met de man in gesprek is om onduidelijkheid weg te nemen.
Omdat de man zich niet kan vinden in de klachtafhandeling door RWS wendt de man zich tot de ombudsman. De ombudsman stelde RWS een aantal vragen en vroeg of RWS de klacht gegrond of ongegrond vindt. RWS vindt de klachten ongegrond. Wel geeft RWS aan te hebben geleerd van de klacht van de man. Zo zal RWS eerder communiceren naar betrokkenen en ook een inventarisatie van de informatiebehoefte van belanghebbenden aan het begin van een project maken. RWS erkent het belang van gerichte communicatie indien er in projecten vertraging optreedt. De reactie van RWS legden wij aan de man voor, zodat hij hier nog op kon reageren. De man vond de reactie teleurstellend. En vond dat hij na acht jaar niet het idee heeft dat er serieus naar hem wordt geluisterd. En dat dit hem raakt en moedeloos maakt.
De ombudsman vindt de klacht van de man dat hij onvoldoende informatie ontving en daardoor lang in een onzekere positie verkeerde gegrond. Hij concludeert dat RWS niet volgens het behoorlijkheidsvereiste van goede informatieverstrekking handelde. Als ondernemer heeft de man al acht jaar te maken met onzekerheid over wanneer en op welke locatie hij zijn onderneming kan voortzetten. De ombudsman snapt dat in grote infrastructurele projecten onvoorziene situaties kunnen optreden die tot vertraging leiden. Hij vindt het in die situaties van groot belang dat de overheid haar burgers hierover goed informeert. En hierbij ook het perspectief van de betrokken burger/ ondernemer meeneemt. In deze concrete situatie constateert de ombudsman dat RWS de man beter en meer proactief had moeten informeren over de vertragingen in het proces. En wat dit voor hem betekent. RWS erkent dit zelf ook en de ombudsman vindt het belangrijk en positief dat RWS van de klacht leerde.