Reactie ombudsman op het wetsvoorstel Wet versterking Waarborgfunctie Awb

Brief

De Nationale ombudsman is door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gevraagd om advies te geven over een conceptwijziging van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Wet versterking waarborgfunctie Awb. De regering wil met deze wijziging het bestuursrecht begrijpelijker maken voor de burger. Ook is het doel van de wet om de overheid te stimuleren zich meer in de burger te verplaatsen en zich minder formeel op te stellen.

De Nationale ombudsman kan zich vinden in deze doelstellingen en de ontwikkeling naar een bestuursrecht waarin het burgerperspectief centraler staat. Op 19 juli jl. heeft de ombudsman per brief zijn reactie aan de minister gestuurd. Hierin gaat hij in op een viertal aspecten die vanuit het ombudsperspectief en het werkgebied van de Nationale ombudsman relevant zijn.

In het kort

Ten aanzien van het burgerperspectief benadrukt de ombudsman dat de overheid waar de burger mee te maken krijgt vaak niet bepaald wordt door wetten. Maar door de manier waarop de overheid handelt. Daarnaast gaat de ombudsman in zijn brief in op de (on)mogelijkheden van maatwerk om dit burgerperspectief beter tot zijn recht te laten komen in het handelen van de overheid.

Ook wordt in het wetsvoorstel voorgesteld om een dienstbaarheidsbeginsel vast te leggen. Dit heeft een duidelijk verband met de behoorlijkheidsvereisten die de Nationale ombudsman hanteert. Het ligt voor de hand dat bij de uitwerking van het dienstbaarheidsbeginsel gekeken wordt naar de behoorlijkheidsvereisten die de ombudsman gebruikt bij de beoordeling van klachten en het doen van onderzoek. De ombudsman doet het aanbod om mee te denken over deze verdere invulling.

Het wetsvoorstel bevat een aantal maatregelen die relevant kunnen zijn voor klachtbehandeling door de ombudsman. Zoals de verplichting om begrijpelijk te motiveren, het vermelden van contactgegevens zodat de burger contact kan opnemen en de uitbreiding van het evenredigheidsbeginsel. De impact van deze wijzigingen is beperkt, met name omdat veel nieuwe eisen al volgen uit de behoorlijkheidsvereisten van de Nationale ombudsman. Wel werpt de ombudsman de vraag op of een aantal opgenomen maatregelen niet ruimer moeten gelden. In het wetsvoorstel wordt namelijk voorgesteld om deze wijzigingen alleen op te nemen voor besluiten en niet voor andere contacten tussen burgers en de overheid.

Ten vierde gaat de ombudsman in op de verhouding tussen de klachtenprocedure en de voorgestelde wijzigingen in de besluitvormingsprocedure en de bezwaarprocedure. Er wordt een verplichting opgenomen om besluiten begrijpelijk te motiveren en om contactgegevens op te nemen in een besluit. Ook wordt de overheid verplicht om bij een bezwaar eerst op zoek te gaan naar een informele oplossing van het probleem van de burger. De ombudsman juicht deze verplichting toe. Aanvullend adviseert hij om deze wijzigingen ook door te voeren voor de klachtenprocedure. Ook voor de klachtenprocedure kan een wettelijke verplichting om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de klacht informeel af te doen, contactgegevens te vermelden en om het oordeel begrijpelijk te motiveren een stimulans zijn om nog vaker het probleem van de burger centraal te stellen.

De Nationale ombudsman zal het verdere proces rondom het wetsvoorstel met veel interesse volgen.