De heer Geurts (niet echte naam) kreeg via de gemeente Nijmegen specialistische begeleiding bij hem thuis. Door een nieuwe aanbesteding door de gemeente, moest de heer Geurts over naar een andere zorgaanbieder. Afspraak was dat de bestaande zorgaanbieder zou zorgen voor een goede overdracht van de zorg. Maar door een grote uitstroom van personeel kon zij dit niet waarmaken. En moest de heer Geurts versneld over naar de nieuwe zorgaanbieder.
De heer Geurts diende (nog voor de overgang naar de nieuwe zorgaanbieder) een klacht in bij de gemeente. Hij was bang dat zijn zorgoverdracht niet goed zou verlopen. En dat hij weer in depressies zou terugvallen. Hij vond dat de gemeente onvoldoende deed om dit te voorkomen. Na de overgang bleek dat de nieuwe zorgaanbieder niet de specialistische zorg kon bieden die de heer Geurts nodig had. Twee maanden later kreeg de heer Geurts een zorgaanbieder die wel specialistische zorg biedt.
De gemeente gaf aan dat zij alles had gedaan om te zorgen voor een goede zorgoverdracht. Zij legde de verantwoordelijkheid voor een goede overdracht volledig bij de zorgaanbieder. De heer Geurts diende vervolgens zijn klacht in bij de Nationale ombudsman.
De ombudsman vindt dat de gemeente zich niet gehouden heeft aan de behoorlijkheidseisen. Dat zijn eisen die de ombudsman heeft opgesteld voor organisaties. De gemeente wist dat de nieuwe zorgaanbieder geen specialistische begeleiding biedt. Ook wist de gemeente dat er cliënten waren waarvan de indicatie specialistische begeleiding na aanbesteding nog zou doorlopen. De gemeente had moeten inzien dat de nieuwe zorgaanbieder de nodige zorg voor de heer Geurts en andere kwetsbare burgers niet kon bieden Ook vindt de ombudsman dat de gemeente zeker na ontvangst van de klacht, de zorgen van de heer Geurts alsnog had moeten onderzoeken.