Er is meer inspanning nodig om dak- en thuisloosheid op te lossen. Het aantal daklozen in ons land is nog steeds te groot. Dat schrijven de Nationale ombudsman en Kinderombudsman in een gezamenlijke brief aan staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS). Ze roepen hem op de aanpak van dakloosheid op een veel grotere schaal in te zetten en het tempo op te voeren.
De ombudsmannen schrijven: "Stabiel wonen is een noodzakelijke voorwaarde om in waardigheid en veiligheid te kunnen leven. Gebrek hieraan betekent onder andere een negatieve impact op de (mentale) gezondheid, op de kans op betaald werk en kan leiden tot sociale uitsluiting. Het kan ook leiden tot voortijdig schoolverlaten."
Nijpend
In het Nationaal Actieplan Dakloosheid is een start gemaakt met het inzetten op wonen in plaats van opvang voor dakloze mensen. Ondanks inspanningen door de Rijksoverheid en gemeenten is de huisvesting- en daklozenproblematiek nog steeds bijzonder nijpend.
Nationale ombudsman Reinier van Zutphen: "Al jaren roepen we het kabinet op zijn verantwoordelijkheid te nemen. We hebben meerdere malen aangedrongen om te handelen vanuit het mensen- en kinderrechtenperspectief. Ondanks dat er de afgelopen jaren veel is gebeurd, zien we dat meer nodig is. Het aantal dakloze mensen in ons land is nog steeds te groot."
Onzichtbare dakloosheid
Het aantal dak- en thuislozen is ook nog eens hoger dan gedacht, blijkt uit een nieuwe telmethode. Hierdoor werd onlangs zichtbaar dat veel meer vrouwen en kinderen dak- of thuisloos zijn.
Kinderombudsman Margrite Kalverboer: "Deze vrouwen en kinderen slapen bijvoorbeeld bij vrienden op de bank of verblijven in tijdelijke (slechte) huisvesting zoals kraakpanden, caravans of auto's. Maar ze zijn feitelijk dakloos. We zien ook dat kinderen en ouders van elkaar gescheiden worden. Voor de kinderen is er opvang in een pleeggezin, voor de ouders niet. Nog steeds is er te weinig aandacht voor wat dakloosheid doet met welzijn en waardigheid van mensen en wat dit betekent voor de ontwikkeling van kinderen. Hun belang wordt niet of te weinig meegewogen in de besluitvorming."