Toen de ex-partner van mevrouw de gemaakte afspraken over de alimentatie niet nakwam, schakelde zij het LBIO in. Het ontvangen (de inning) van de alimentatie loopt daarom nu al langere tijd via het LBIO.
In 2021 ontving mevrouw ineens een veel lager bedrag aan alimentatie. Ze nam hierover meerdere keren contact op met het LBIO. Het LBIO legde uit dat de beslagvrije voet van haar ex-partner opnieuw was berekend. Hierdoor was het gedeelte van zijn inkomen waar geen beslag op mag worden gelegd, gewijzigd. Dit zorgt ervoor dat mevrouw nu een veel lager bedrag aan alimentatie ontvangt. Hier is mevrouw het niet mee eens. Mevrouw dient daarom een klacht in bij het LBIO.
Het LBIO laat mevrouw weten dat hij niet inhoudelijk ingaat op haar klacht over de beslagvrije voet. Volgens het LBIO is de alimentatie langer dan een jaar geleden aangepast. Mevrouw had op dat moment hierover moeten klagen. Omdat mevrouw zich niet kan vinden in de reactie van het LBIO, neemt zij contact op met de Nationale ombudsman.
De Nationale ombudsman onderzoekt de zaak en vraagt het LBIO nogmaals naar de klacht te kijken. Hoewel mevrouw klaagt over een gedraging die langer dan een jaar geleden heeft plaatsgevonden, is onderzoek naar de klacht namelijk nog wel mogelijk. De ombudsman vindt de klacht van mevrouw dan ook terecht.
Het LBIO heeft de klacht hierna alsnog in behandeling genomen en inhoudelijk gereageerd.