Een man wilde zijn eigen hond beschermen tegen een agressieve hond. Hij deed dat door de agressieve hond te schoppen. De man belt vervolgens met de politie, die met hem afspreekt dat de wijkagent wordt ingezet. Enkele weken later wordt de man tot zijn verbazing als verdachte van dierenmishandeling op het bureau uitgenodigd.
De man vindt onder meer dat de politie hem ten onrechte als verdachte heeft aangemerkt en klaagt daarover. De politie neemt de klacht niet in behandeling en stuurt de klacht door naar het OM. De politie vindt dat het OM bevoegd is te beslissen of iemand terecht als verdachte is aangemerkt.
Het OM seponeert de dierenmishandeling met feitcode 02 (onvoldoende bewijs). De man is het daarmee niet eens, hij vindt dat sepotcode 01 toepasselijk is (ten onrechte als verdachte aangemerkt). Hij klaagt ook daarover bij het OM.
De man klaagt bij de Nationale ombudsman over hoe de politie en het OM op het incident hebben gereageerd.
De ombudsman vindt de klachten over de politie gegrond. Hij vindt dat de politie haar eigen rol en taakopvatting in de situatie en de behandeling van de klacht onvoldoende heeft onderkend. De politie merkt namelijk op dagelijkse basis mensen als verdachten aan. De ombudsman kan daarom niet volgen dat de politie de klacht van de man buiten behandeling heeft gesteld. De ombudsman vindt ook dat de politie de klacht van de man onvoldoende heeft verkend en niet goed heeft geluisterd. Bovendien vindt de ombudsman dat de politie onvoldoende actief informatie aan de man heeft verstrekt over zijn melding, voorafgaand aan het insturen van de (straf)zaak aan het OM.