Man moet van LBIO terecht verrekende kinderalimentatie alsnog betalen

Brief

Een man heeft een relatie gehad waaruit een zoon is geboren. Hij moet kinderalimentatie voor zijn zoon betalen. Met zijn ex heeft hij daarover een afspraak gemaakt. Deze afspraak is dat hij voor de eerste van de maand een bedrag van € 200 per maand aan zijn ex betaalt. Deze afspraak is daarna beschreven in een uitspraak van de rechtbank. Daarin staat niets over de mogelijkheid tot verrekening.

De man lukte het niet om steeds voor de eerste van de maand te betalen. Daarnaast betaalt hij de kinderalimentatie in delen. Dat gebeurt ook in oktober 2022. Op 7 oktober 2022 betaalt hij € 25 met omschrijving 'autostoel'. Volgens de man is er een mondelinge afspraak met zijn ex voor aanschaf van een autostoeltje voor zijn zoon. Hij wil dit bedrag verrekenen met de rest van de door hem te betalen kinderalimentatie. Zijn ex ontkent afspraken hierover. Zij vraagt het LBIO vanwege de betalingsachterstand om de inning over te nemen. Het LBIO vraagt de man alsnog vrijwillig de € 25 te betalen. Dat doet hij uiteindelijk in maart 2023. Hij zegt dat hij heeft betaald om te voorkomen dat het LBIO extra kosten in rekening brengt. De man dient wel een klacht in omdat hij vindt dat hij de € 25 wel mocht verrekenen met de te betalen kinderalimentatie.

Zonder toestemming van de alimentatiegerechtigde mag niets worden verrekend met de kinderalimentatie. De toestemming van de ex om te verrekenen ontbreekt hier. De Nationale ombudsman vindt daarom dat het LBIO de man mocht vragen om de € 25 alsnog te betalen. Het is goed om te weten dat daarmee de kinderalimentatie volledig is betaald.