Na een beroerte kan meneer Hoek* alleen nog en met grote moeite in het Engels, zijn moedertaal, communiceren. Nederlands spreken en schrijven lukt niet meer. Dat was geen probleem in het contact met de inspecteur van de Belastingdienst (over de navordering) en met de ontvanger (over het intrekken van uitstel van betaling). Dat werd wel een probleem bij de directeur wettelijke taken. Die wilde het beroepschrift alleen behandelen, als dit was vertaald in het Nederlands.
Uitgangspunt voor de ombudsman is dat een Nederlandse vertaling in het algemeen niet nodig is als het gaat om de Engelse, de Duitse of de Franse taal. Dat zijn binnen de Europese Unie officiële geaccepteerde talen. Binnen Nederland zijn het gangbare vreemde talen. Zo communiceert de Belastingdienst op haar website ook in het Engels. Of in het concrete geval een vertaling voor een goede behandeling noodzakelijk is, hangt onder meer af van de complexiteit van de zaak en van de eenvoud van het gebruik van de vreemde taal. In dit geval ziet de ombudsman een beroepschrift van geringe omvang (drie pagina's) dat in gewoon Engels is geschreven. De door de directeur ervaren ingewikkeldheid ziet de ombudsman niet in het taalgebruik, wel in het onderwerp van het beroep. Het gaat om de beoordeling van gevraagde zekerheid als voorwaarde voor uitstel gedurende de bezwaarprocedure. Dit onderwerp ligt binnen de expertise van de directeur als administratieve beroepsinstantie. De Engelse taalstelling of de Engelse bewoordingen stonden volgens de ombudsman een goede behandeling niet in de weg. Daarvoor mag binnen de organisatie van de Belastingdienst voldoende taalkennis worden verondersteld.
De ombudsman vindt de vertaaleis onnodig en onredelijk. Daarbij weegt mee dat meneer Hoek tot aan de behandeling bij de directeur, met de inspecteur en de ontvanger steeds zonder problemen in het Engels heeft kunnen communiceren. En dat het Engels inmiddels de enige taal is waarin hij zich nog kan uitdrukken. Dat maakt het extra belangrijk dat het vragen van een vertaling alleen gebeurt als dat echt strikt noodzakelijk is. Dit is volgens de ombudsman hier niet het geval.
* Niet de echte naam