Ombudsman oordeelt niet over inspanning ministerie bij overbrenging gevangene

Brief

Een Nederlander is in de VS veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Hij zit sinds 1984 in de gevangenis. Inmiddels is hij 76 jaar oud en wil hij graag de rest van zijn straf in Nederland uitzitten. Er bestaat een verdrag op grond waarvan zoiets mogelijk is, als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Het ministerie van Justitie en Veiligheid, die dat beoordeelt, vindt dat de man niet aan de voorwaarden voldoet en dat overbrenging naar Nederland dus niet mogelijk is. De man is het hier niet mee eens. Ook stelt hij dat hij tijdens zijn detentie niet genoeg hulp heeft gekregen van de Nederlandse overheid. Hij zegt te weinig bezocht te zijn en dat brieven die hij aan het ministerie van Buitenlandse Zaken schreef, niet zijn beantwoord. Ook vindt hij dat dit ministerie een vertrouwensadvocaat voor hem had moeten inzetten. Dit was in het verleden wel gebeurd, maar dat leverde voor de man niets op. Hij vindt dat er nogmaals zo'n advocaat ingezet moet worden door het ministerie. Dit was volgens hem ook toegezegd door het ministerie.
De situatie van de man leidde er toe dat de Tweede Kamer een motie aannam, waarin de regering wordt verzocht zich maximaal in te spannen om de man naar Nederland over te brengen.

De man had ook de rechter gevraagd om zich uit te spreken over het overbrengen naar Nederland. De rechter heeft dit verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechter vindt dat de minister van Veiligheid en Justitie voldoende heeft onderbouwd waarom de man niet aan de voorwaarden van het verdrag voldoet. Ook oordeelt de rechter dat de minister voldoende heeft aangegeven dat er in het geval van de man geen andere redenen zijn om hem naar Nederland te halen. Er loopt momenteel nog een bodemprocedure bij een andere rechter over de kwestie.

Nadat de man over zijn situatie klachtprocedures bij beide ministeries had doorlopen, en deze klachtprocedures voor hem tot niets leidden, diende hij een klacht in bij de ombudsman.

De ombudsman speelt geen rol bij de beoordeling of de minister van Justitie en Veiligheid zich voldoende heeft ingespannen om de man naar Nederland over te brengen. De voorzieningenrechter heeft al uitspraak gedaan over de kwestie en de rechter in de bodemprocedure moet zich nog uitspreken. De ombudsman is verplicht rechterlijke uitspraken te respecteren en stelt geen onderzoek in naar een klacht als daar gelijktijdig nog een rechterlijke procedure over loopt.

De klacht over de consulaire bijstand vindt de ombudsman deels gegrond.
Het ministerie had eerder al aangegeven dat verzoeker in de begintijd van zijn detentie te weinig werd bezocht. De ombudsman vindt dat het ministerie dit klachtonderdeel daarom ten onrechte ongegrond had verklaard.

Het klachtonderdeel over het niet beantwoorden van brieven vindt de ombudsman ongegrond. Er is veel over en weer gecorrespondeerd tussen de man en het ministerie. De ombudsman vindt dat het ministerie in voldoende mate de brieven van de man heeft beantwoord.

De ombudsman heeft het ministerie nog gevraagd hoe het zit met de inzet van de vertrouwensadvocaat voor verzoeker. Het ministerie heeft uitgelegd dat iemand geen recht heeft op een vertrouwensadvocaat en dat het evenmin een vorm van consulaire bijstand is. Een vertrouwensadvocaat kan in een situatie onderzoeken of er in het algemeen is voldaan aan de eisen van een eerlijk strafproces. Het ministerie kan zelf beslissen of en wanneer hij een vertrouwensadvocaat in een bepaalde situatie inzet. Het ministerie heeft hiervoor interne richtlijnen. Ook bepaalt het ministerie zelf of het de resultaten van zo'n onderzoek deelt met een gedetineerde. In de situatie van de man bleek dat het ministerie voor een tweede maal een vertrouwensadvocaat had ingezet. De man, of zijn advocaat, kan dit rapport opvragen bij het ministerie. De ombudsman vindt dit klachtonderdeel ook ongegrond.