Meneer heeft een lopende hypotheek bij de gemeente waar hij werkzaam was. Deze hypotheek loopt begin september 2023 af. Vanwege een wetswijziging mag de gemeente niet langer hypotheken aan werknemers verstrekken. Daarom laat de gemeente al in 2018 aan meneer weten dat zij geen nieuwe hypotheken meer verstrekt en dat verlenging van een bestaande hypotheek als nieuwe hypotheek gezien wordt. Alleen in zeer bijzondere gevallen kan een lopende hypotheek verlengd worden.
De gemeente beslist drie maanden voor het aflopen van de hypotheek of deze verlengd zal worden. Hier is meneer het niet mee eens. Hij wil namelijk nu al weten wat de beslissing is, zodat hij hier nog tegen in bezwaar en beroep kan. Hij wil ook nu al aan de rechter voorleggen of verlenging van een bestaande hypotheek inderdaad niet toegestaan is onder de nieuwe wetgeving.
De ombudsman neemt contact op met de gemeente om te vragen wat de reden is dat de gemeente niet nu al een beslissing wil nemen. De belangrijkste reden is dat er bij de beslissing op verlenging gekeken wordt naar de (financiële) situatie van dat moment. Als die schrijnend is, is er een mogelijkheid om de hypotheek te verlengen. Of dat zo is, kan niet al twee jaar van tevoren bepaald worden. Daarnaast spelen er ook andere zaken mee en is niet alleen de wetgeving bepalend. Als laatste zegt de gemeente dat er juridisch gezien voldoende mogelijkheden zijn om een eventuele afwijzing op tijd voor te leggen aan de rechter.
De ombudsman kan begrijpen dat de gemeente nog geen beslissing neemt. Als de financiële situatie van dat moment bepalend is, dan is het niet redelijk om hier twee jaar van tevoren al iets over te zeggen. De ombudsman vindt het daarom redelijk dat de gemeente de beslissing drie maanden voor het aflopen van de hypotheek neemt.