Een meneer mag van het UWV geen contact meer met hen opnemen via telefoon of e-mail (contactverbod). Hij mag alleen per post contact opnemen met het UWV. Hij kreeg daarvoor een contactpersoon. Meneer kreeg het contactverbod omdat hij heel vaak contact had opgenomen met het UWV. Hij diende veel klachten in en ging tegen bijna elke beslissing in bezwaar. Dit werd voor het UWV onwerkbaar. Meneer vond dat het UWV niet genoeg had uitgelegd waarom hij dit contactverbod kreeg en was het ook niet eens met de verlenging ervan. Hij diende hierover een klacht in bij de Nationale ombudsman. Meneer gaf daarbij aan dat hij de verlenging niet terecht vond, omdat hij niet degene was die had gebeld. Ook mocht het UWV hem de maatregel niet opleggen. Hij moest volgens meneer digitaal contact op kunnen nemen, omdat dit op grond van de wet geregeld is. Hij vond dat het versturen van zijn aanvragen via post tijd en geld kost. Het was meneer ook niet duidelijk tot wanneer de maatregel was opgelegd. De Nationale ombudsman vond de uitleg voor het opleggen van de maatregel voldoende. Meneer mocht contact op blijven nemen met het UWV, alleen niet digitaal. Ook het onderdeel van de klacht, waarin meneer aangeeft niet zelf te hebben gebeld, was niet terecht. Uit het gespreksverslag blijkt dat het wel meneer zelf was die belde. Meneer was van mening dat zijn maatregel onterecht verlengd was. Dit klopte niet en door het UWV is uitgelegd hoe dit kwam. In het onderdeel over de onduidelijke einddatum van de maatregel geven wij meneer gelijk. Na vragen van de ombudsman heeft het UWV daarom wel uitleg gegeven over de einddatum van de maatregel. Het klachtonderdeel over het alleen per post contact mogen opnemen met het UWV was in een bezwaarprocedure behandeld. Hierdoor mag de ombudsman over dit punt geen uitspraak doen.
|