De Nationale ombudsman opent een onderzoek naar de invloed van burgers binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hij wil weten of burgers wel voldoende betrokken worden bij het oplossen van hun hulpvraag of probleem. En of zij invloed hebben op de totstandkoming van het beleid en de uitvoering.
Verder onderzoekt de ombudsman in hoeverre gemeenten binnen de Wmo de regie houden, wanneer zij hun publieke taken overdragen aan private partijen.
De decentralisaties bekeken vanuit burgerperspectief
De afgelopen vijftien jaar zijn meerdere taken van de Rijksoverheid overgedragen aan gemeenten. Met als belangrijkste redenen om burgers beter en sneller te kunnen helpen, menselijk contact te bevorderen en kosten te besparen. Gemeenten staan immers dichter bij de burger dan het Rijk. In de praktijk blijkt dit niet altijd te lukken. De ombudsman ontvangt regelmatig klachten van burgers over gebrek aan inspraak en participatie. Hij vindt dat burgers invloed moeten kunnen uitoefenen op beslissingen en ontwikkelingen die hen rechtstreeks raken. De Nationale ombudsman onderzoekt daarom de decentralisaties vanuit burgerperspectief. Het gaat daarbij specifiek over de Wmo, de Participatiewet en de Jeugdwet.
Het onderzoek naar de Wmo is het eerste van de drie onderzoeken en wordt naar verwachting eind 2022 afgerond.