Een man dient een klacht in bij de politie over een politiemedewerker. Daarnaast stelt hij een aantal vragen aan de politie over hoe zij hun werk hebben gedaan. Hij vraagt onder andere of de meldingen die hij deed, wel geregistreerd zijn.
De politie wil de klacht niet behandelen. Want de medewerker waar de klacht over gaat, werkt niet meer bij de politie. Verder vindt de politie de vragen die de man stelt, niet relevant. Daarom geeft de politie geen antwoord op deze vragen.
De man is het hier niet mee eens en hij dient een klacht in bij de Nationale ombudsman. De Nationale ombudsman vraagt de politie om de klacht alsnog in behandeling te nemen. Maar de politie legt nog een keer uit aan de Nationale ombudsman waarom zij de klacht niet wil behandelen.
De Nationale ombudsman vindt dat de politie de klacht wel in behandeling had moeten nemen. Want het is belangrijk dat de overheid open staat voor burgers die een klacht hebben.
De ombudsman begrijpt wel dat het in dit geval lastiger is voor de politie om de klacht te behandelen. En dat het moeilijker is om de regels te volgen die normaal gesproken gelden bij het behandelen van een klacht. Maar dit betekent niet dat het onmogelijk is om de klacht te behandelen. De ombudsman vindt het belangrijk dat de politie kijkt naar wat er nog wel mogelijk is. Daarom vraagt de ombudsman de politie om met de man in gesprek te gaan over zijn klacht. En deze alsnog in behandeling te nemen.