Een autohandelaar diende bij de Nationale ombudsman een klacht in naar aanleiding van de beslissing van het Openbaar Ministerie (OM) om een verdenking tegen hem te laten rusten.
Hij had een auto ingekocht en werd verdacht van schuldheling. Volgens het OM had de handelaar kunnen weten dat de auto gestolen was. De auto werd in beslag genomen. De rechter wees een klacht van de handelaar daartegen af. Het OM vond de bewijzen sterk genoeg om de man te laten voorkomen bij de rechter. Toch besloot het OM om de zaak te seponeren. De reden daarvoor was dat de verdachte al was benadeeld door de kwestie. Bij een sepot om die reden krijgt de zaak sepotcode 052.
De handelaar vond dat hij te goeder trouw heeft gekocht en dat hij onschuldig is. Bij een sepot om die reden hoort sepotcode 01. Hij vroeg het OM om sepotcode 01 toe te passen. Met die code zou de zaak niet in de registratie van justitie blijven staan. Toen het OM weigerde, benaderde de handelaar de ombudsman.
De ombudsman concludeert dat het OM de beslissing om de sepotcode niet te wijzigen, voldoende heeft onderbouwd. Het OM mocht daarbij verwijzen naar de beslissing van de rechter over de inbeslagneming. Het OM is bovendien ingegaan op nieuwe argumenten van de handelaar over de waardeschatting van de auto.
De Nationale ombudsman wijst erop dat de lat voor code 01 hoog ligt. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties wordt ondubbelzinnige onschuld aangenomen. Dan staat bijvoorbeeld onomstotelijk vast dat een verkeerde persoon als verdachte is aangewezen. Of dat het vermeende strafbare feit niet heeft plaatsgevonden. Volgens het OM is die ondubbelzinnige onschuld hier niet komen vast te staan. Het OM draagt daarvoor argumenten aan en de ombudsman kan deze redenering volgen. De ombudsman vindt dat het OM een verdedigbaar standpunt heeft waarom de handelaar niet te goeder trouw zou hebben gehandeld. Daarbij speelt de beslissing van de rechter over het beslag een rol en zijn, naast de prijs van de auto, andere factoren meegewogen. De ombudsman is van oordeel dat het OM kan vinden dat de argumenten van de handelaar onvoldoende zijn om met zekerheid vast te stellen dat hij onschuldig is. Het OM kon in redelijkheid tot het oordeel komen om de code niet te wijzigen.
De klacht van de autohandelaar over het OM is ongegrond.