De rechter heeft de Raad voor de kinderbescherming (Raad) gevraagd om een advies. Een man verzocht om een omgangsregeling met de kinderen van zijn ex-partner waar hij een aantal jaren mee heeft samengewoond. De Raad start een onderzoek en schrijft een raadsrapport. De rechter neemt het advies van de Raad over en wijst het verzoek af. De man kan zich niet vinden in het raadsrapport en hoe het raadsonderzoek is verlopen. Volgens de man heeft de Raad onvoldoende aandacht gegeven aan het onderwerp ouderverstoting. Daar is volgens hem sprake van. Daarom dient hij een klacht in bij de Raad over de raadsmedewerker. De man kan zich niet vinden in de wijze waarop zijn klacht is afgehandeld door de Raad. Daarom dient hij hierover een klacht in bij de Nationale ombudsman.
De ombudsman bestudeert de stukken en doet navraag bij de Raad. En vindt de klacht van de man uiteindelijk ongegrond. Volgens de ombudsman heeft de Raad de eerdere klachten zorgvuldig en behoorlijk behandeld. De klachtenadviescommissie heeft in een uitgebreid advies haar bevindingen gegeven. Drie van de vijf klachten zijn gegrond bevonden. De Raad heeft de adviezen van de klachtenadviescommissie grotendeels overgenomen. En heeft ook gemotiveerd aangegeven waarom zij niet alle adviezen volledig overneemt. De ombudsman kan de Raad hierin volgen. Ook is nog een oplegnota aan het raadsrapport toegevoegd. Hiermee is dat wat door de klachtadviescommissie en de directeur is opgemerkt naar aanleiding van de gegronde klachten, opgevolgd. Bovendien heeft de Raad een telefonisch gesprek over de werkwijze van de Raad aangeboden, als de man daar nog behoefte aan heeft.