Een man vraagt de Belastingdienst om belasting aan hem terug te betalen. Het gaat om geld dat zijn vader vroeger teveel heeft betaald. Nadat zijn vader was overleden, moest dat geld naar de erfgenaam. Die leeft ook niet meer. De man denkt dat de erfgenaam dat geld toen niet heeft gekregen. Daarom vindt hij dat hij dat geld nu zou moeten krijgen.
De Belastingdienst wil hem niet betalen, omdat het al te lang geleden is; meer dan 25 jaar. De Belastingdienst vindt dat de man naar de rechter moet gaan als hij het daarmee niet eens is.
De man hoopt dat de Nationale ombudsman ervoor kan zorgen dat de Belastingdienst hem betaalt. Daarom vraag hij de ombudsman wat hij ervan vindt.
De Nationale ombudsman onderzoekt de zaak. Hij vindt dat er veel niet duidelijk is. Moesten er toen wel bedragen terugbetaald worden? En als dat zo was, misschien is dat dan ook gewoon gebeurd. Eigenlijk weet niemand meer hoe het precies is gegaan. De ombudsman denkt niet dat dit nog duidelijk gaat worden. Hij begrijpt daarom dat de Belastingdienst geen actie meer onderneemt.
De man kan nog naar de rechter gaan. De ombudsman geeft de man nog wel mee dat hij eerst juridisch advies moet vragen. Het zou jammer zijn als de man voor niets naar de rechter gaat.
