Een man is in november 2009 binnen de gemeente Hoorn verhuisd. De gemeente hanteert een andere verhuisdatum en wijst zijn klacht hierover af. Hierna bedreigt en scheldt de man gemeentemedewerkers uit aan de telefoon en op kantoor. Dat leidt in 2012 tot een pandverbod en het opschorten van alle dienstverlening. De gemeente wil de dienstverlening pas hervatten als de man de veiligheid van de gemeentemedewerkers garandeert. De man weigert een verklaring daartoe te tekenen. Daarom blijven de maatregelen tot op heden van kracht. De man vraagt de Nationale ombudsman om zich uit te spreken.
De Nationale ombudsman kan goed begrijpen dat de gemeente in dit geval een pandverbod heeft opgelegd. Deze klacht is ongegrond. Dat wordt anders als de gemeente alle dienstverlening voor onbepaalde tijd blijft opschorten. Daarom beveelt de Nationale ombudsman aan om de basale dienstverlening te borgen. In een slotbeschouwing merkt de Nationale ombudsman op dat de man geen zelfinzicht heeft laten zien in zijn onaanvaardbare gedrag. Met herhaalde (doods)bedreigingen heeft hij de grens van het betamelijke ver overschreden. Het is daarom aan hem om de gemeente het vertrouwen te geven dat hij deze grens vanaf nu bewaakt en respecteert, wil hij normaal contact mogelijk maken. Het is aan de gemeente om te allen tijde basale dienstverlening te borgen in kernzaken waarvoor een burger alleen bij de gemeente terecht kan. De noodzaak daartoe groeit, naarmate alle dienstverlening opgeschort blijft. Dat geldt ook in een situatie waar sprake is van een langdurig pandverbod, zoals in dit geval.