Verzoeker zag, toen hij het parkeerterrein van een ziekenhuis wilde oprijden, een motoragent op een politiemotor met hoge snelheid op het fietspad rijden om daarna op het invalidenparkeerterrein te stoppen. Hij vroeg de motoragent waarom hij dit deed. De motoragent antwoordde dat hij met zijn motorfiets moeilijk langs de slagbomen kon rijden en voor de uitoefening van zijn functie een ontheffing had om over het fietspad te rijden. Op de vraag van verzoeker wat voor taak dit was, antwoordde hij dat hij geparkeerde auto's ging controleren. Vervolgens escaleerde het gesprek toen de motoragent aan verzoeker verzocht zich te legitimeren en aan hem vroeg of hij misschien een terrorist was. Dit was voor verzoeker aanleiding een klacht in te dienen bij de politie. De klachten van verzoeker over het vorderen van zijn identiteitsbewijs en de opmerking dat hij misschien een terrorist was werden gegrond verklaard. De klacht over het rijden op het fietspad door de motoragent werd ongegrond verklaard.
Verzoeker wendde zich vervolgens tot de Nationale ombudsman. Hij klaagde er over dat een motoragent van de eenheid Oost-Brabant op zijn politiemotor zonder noodzaak en met hoge snelheid via een fietspad een parkeerterrein was opgereden, in plaats van via de slagboom.
Vast staat dat de motoragent op een politiemotor via een fietspad een parkeerterrein is opgereden. Volgens artikel 10 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV) dient een motorrijder gebruik te maken van de rijbaan. De politie heeft hiervoor een vrijstelling onder de voorwaarde dat het gebruik van de vrijstelling gezien de situatie noodzakelijk is.
De Nationale ombudsman begrijpt dat er situaties zijn waarin het van de politie niet kan worden verwacht dat zij zich aan de verkeersvoorschriften houdt, bijvoorbeeld bij een melding waarbij een snel optreden van de politie noodzakelijk is. De Nationale ombudsman stelde vast dat er in deze zaak niet was gebleken van een situatie die een overschrijding van de verkeersvoorschriften zoals neergelegd in het RVV rechtvaardigde. De Nationale ombudsman oordeelde dat de motoragent had gehandeld in strijd met het vereiste van professionaliteit.