Een man doet aangifte en informeert in de daarop volgende negen maanden zo'n tien keer naar de stand van zaken. De politie laat weten dat zij meerdere zaken in behandeling hebben, zij nog bezig zijn met de zaak, en hij een en ander moet afwachten. Van het Slachtofferloket hoort hij iets anders, namelijk dat de feiten waarvan hij aangifte heeft gedaan, verjaard zouden zijn.
Omdat de stand van zaken van de aangifte maar niet duidelijk wordt, klaagt de man hierover bij de Nationale ombudsman.
Uit het onderzoek door de Nationale ombudsman blijkt dat de politie helemaal geen aangifte heeft opgenomen. Er zijn gevallen waarin de politie daar inderdaad vanaf kan zien. Maar dat moet zij dan wel duidelijk aan de burger laten weten. In dit geval heeft de politie dat niet gedaan, en de man bovendien 'aan het lijntje gehouden'.
De Nationale ombudsman acht de klacht gegrond, wegens schending van het behoorlijkheidsvereiste van goede informatieverstrekking. Gelukkig ziet de politie ook zelf dat zij hier fout is geweest en vraagt de politiechef intern aandacht voor de behandeling van klachten en het serieus nemen van klagers.
Verzoeker klaagt daarnaast over het feit dat de politie zijn klacht – ondanks zijn verzoek daartoe – nooit formeel heeft behandeld. Ook die klacht acht de Nationale ombudsman gegrond.