Een werkgeefster vroeg voor enkele werknemers een ontslagvergunning aan bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).
UWV/Arbeidsjuridische Dienstverlening (UWV/AJD) Rotterdam behandelde de aanvraag. Tijdens de behandeling van de aanvraag vond diverse keren telefonisch contact plaats tussen (medewerkers van) werkgeefster en AJD Rotterdam.
Naderhand klaagde werkgeefster er bij het UWV over dat zij, op minimaal drie momenten, telefonisch verkeerd was geïnformeerd. Omdat zij niet tevreden was over de reactie van het UWV op haar klacht, diende zij vervolgens een klacht in bij de Nationale ombudsman.
De Nationale ombudsman deed onderzoek naar de informatieverstrekking door het UWV rond de ontslagprocedure in zijn algemeenheid en naar de informatieverstrekking in dit individuele geval. Hij stelde vast dat hij geen oordeel kon geven over hoe het in het geval van werkgeefster precies was gelopen. Wel deed hij het UWV enkele aanbevelingen op basis van wat hem tijdens zijn onderzoek was opgevallen aan de procedure. Zo deed hij het UWV de aanbeveling om het Klantcontactcentrum voortaan ook beknopt te laten vastleggen wat daadwerkelijk is besproken tijdens een telefonisch contact rond een ontslagzaak. Hiernaast deed hij UWV/AJD de aanbeveling, dat behandelaars van ontslagdossiers alle gevoerde gesprekken vastleggen en niet slechts wanneer dat naar het oordeel van de behandelaar van belang is.