2016/062 Gemeente Doetinchem stort geïnde belastingen niet volledig terug

Rapport

Ruim dertig jaar geleden had verzoeksters' toenmalige echtgenoot aan de gemeente een machtiging afgegeven om ter inning van gemeentelijke belastingen geld af te schrijven van hun en/of-rekening. Na verzoeksters echtscheiding in 1996 heeft zij de en/of-rekening op haar naam laten zetten. Vanaf 1997 was verzoekster ex-echtgenoot niet meer belastingplichtig. De machtiging werd daarom na de echtscheiding niet meer gebruikt.

In de loop van 2011 werd de ex-echtgenoot eigenaar van een eigen woning. Vervolgens is per 1 januari 2012 de machtiging weer gebruikt om de voor die woning verschuldigde belastingaanslagen te kunnen incasseren. Vanaf dat moment werden maandelijks bedragen afgeschreven van verzoeksters' rekening.

Nadat verzoekster in september 2015 over de kwestie had gesproken met de gemeente, heeft de gemeente de machtiging niet meer gebruikt. Uit coulance heeft de gemeente alleen de in 2015 geïncasseerde bedragen aan verzoekster terugbetaald.

Verzoekster klaagt erover dat de heffingsambtenaar van de gemeente Doetinchem geïnde belasting, die de gemeente volgens verzoekster ten onrechte op basis van een dertig jaar oude machtiging van haar bankrekening heeft afgeschreven, niet (volledig) heeft teruggestort.

Het staat vast dat verzoekster niet degene was die de geheven belasting verschuldigd was. De gemeente verkeerde blijkbaar in de veronderstelling dat de belasting wel van haar rekening kon worden geïncasseerd, omdat daarvoor een machtiging was afgegeven. De machtiging waar de gemeente gebruik van heeft gemaakt, is echter circa dertig jaar oud en is lange tijd niet gebruikt. Verder is verzoekster niet de belastingplichtige en had zij een redelijke verklaring waarom zij pas na drie jaar reageerde op de incasso. Tot slot kan de gemeente alsnog bij de ex-echtgenoot van verzoekster de hem opgelegde aanslagen innen. De gemeente had al deze aspecten bij haar belangenafweging moeten betrekken. Gezien het feit dat de gemeente de aanslagen alsnog bij de
ex-echtgenoot kan incasseren, acht de ombudsman het niet redelijk de geïncasseerde bedragen niet terug te betalen.

Het redelijkheidsvereiste houdt in dat overheidsinstanties de verschillende belangen tegen elkaar afwegen en dat de uitkomst hiervan niet onredelijk is.

De Nationale ombudsman beveelt de heffingsambtenaar van de gemeente Doetinchem aan de in 2012 tot en met 2014 geïnde bedragen aan verzoekster terug te betalen.

Instantie: Gemeente Doetinchem

Klacht:

Geïnde belastingen niet volledig teruggestort

Oordeel:

Gegrond