De Nationale ombudsman start een onderzoek naar de ervaringen van burgers met de gemeentelijke schuldhulpverlening. Ombudsman Van Zutphen in een brief aan staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: 'Ik maak mij zorgen over hoge eisen die veel gemeenten stellen aan hulpzoekers; over het beperkte aanbod van schuldhulp, over de financiële expertise van de Sociale (wijk-)teams en over het uitblijven van het moratorium.'
De afgelopen periode heeft de Nationale ombudsman klachten gemonitord die vragen oproepen zoals: Wat kunnen burgers doen als zij niet in aanmerking komen voor de schuldhulpverlening? In hoeverre wordt hun een alternatief geboden? Hoe lang duurt het voordat iemand toegang krijgt tot een traject? Welke ondersteuning krijgen burgers daadwerkelijk? En wat als het traject voortijdig wordt beëindigd?
Achtergrond
De op 1 juli 2012 in werking getreden Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) heeft als doel de zorgplicht van gemeenten voor de schuldhulpverlening expliciet vast te leggen. Gemeenten kregen daarmee de wettelijke taak om een toegankelijke en integrale schuldhulpverlening voor hun inwoners te organiseren. Inwoners van een gemeente hebben voortaan recht op schuldhulpverlening, als zij voldoen aan de eisen die de gemeente stelt. Nu, bijna vier jaar na invoering, gaat staatssecretaris Klijnsma deze wet evalueren.
Voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet in 2012, heeft de ombudsman gemeenten adviezen verstrekt over maatwerk, gelijkwaardige communicatie, participatie, transparantie en voortvarendheid. Deze adviezen zijn leidraad bij onderzoek dat Van Zutphen naar verwachting in het voorjaar van 2016 zal afronden.
Vandaag maakte Van Zutphen in de uitzending bij Radio Eén Vandaag bekend dat hij een onderzoek start naar de ervaringen van burgers met de schuldhulpverlening.