De Nationale ombudsman start een onderzoek naar gijzelingen bij het niet-betalen van verkeersboetes. Gijzeling van mensen die niet kúnnen betalen is zinloos; het leidt niet tot gewenste betaling, het ontwricht hun dagelijkse bestaan en de maatschappelijke kosten zijn hoog. De ombudsman onderzoekt waar in de keten van het CJIB, het OM, de kantonrechters en de politie een individuele afweging zou kunnen plaatsvinden bij verzoeken om te gijzelen.
Bij de verzoeken tot gijzeling gaat het bijvoorbeeld om mensen die verkeersboetes, ondanks aanmaningen, niet hebben betaald. In februari 2014 hadden de kantonrechters al de noodklok geluid omdat ze zich zorgen maakten over toenemend aantal verzoeken tot gijzeling. Het gaat om tienduizenden gijzelingsverzoeken per jaar. Gijzeling is een dwangmiddel, de boetes moeten daarna nog worden betaald. Na dreiging met gijzeling betaalt 40% van de burgers alsnog.
Achtergrond
Als het CJIB ondanks aanmaningen en verhogingen niet gelukt is een boete op een andere wijze te incasseren, stuurt het een verzoek tot gijzeling naar het OM. Vervolgens dient het OM een vordering in bij de kantonrechter. De burger wordt opgeroepen voor een zitting bij de kantonrechter. Deze procedures verlopen geheel langs geautomatiseerde weg, zonder individuele beoordeling. De kantonrechter verleent het OM machtiging tot gijzeling nadat de betrokken persoon is opgeroepen.
Vaak komt het voor dat de betrokkene niet bij de rechter verschijnt, bv. omdat hij geen vaste woonplaats heeft of zijn post niet open maakt. In dat geval kan de kantonrechter de gijzeling zonder nader onderzoek toestaan. Vervolgens haalt de politie de mensen op om ze naar het huis van bewaring te brengen. Pas op dat moment blijkt vaak hoe schrijnend de situatie is. De ombudsman wil met dit onderzoek nagaan of het mogelijk is om dit in een eerdere fase van de procedure vast te stellen.