Een rechter had bepaald dat verzoekster een aan haar opgelegde geldboete in vijf termijnen mocht voldoen. Toen verzoekster op vakantie wilde gaan, werd zij op Schiphol door de Koninklijke marechaussee aangehouden omdat zij de openstaande boete nog niet had betaald. Er werd verzoekster meegedeeld dat zij de boete direct in zijn geheel moest betalen en zij anders in hechtenis zou worden genomen. Vervolgens heeft verzoekster de boete voldaan en is zij op vakantie gegaan.
Verzoekster klaagde erover dat zij ten gevolge van een communicatiestoornis tussen het Openbaar Ministerie en het Centraal Justitieel Incassobureau bij vertrek op Schiphol voor haar vakantiereis gedwongen werd om een boete ineens te betalen, terwijl de rechter had bepaald dat zij het bedrag in vijf termijnen mocht voldoen.
Het stond vast dat het OM het bij hem bekende adres van verzoekster ten onrechte niet had doorgegeven aan het CJIB. Door deze fout van het OM moest verzoekster de geldboete in één keer voldoen. De Nationale ombudsman was van oordeel dat verzoekster er - gelet op de uitspraak van de rechter - op mocht vertrouwen dat zij de geldboete in vijf termijnen mocht betalen. Door de fout van het OM had het CJIB bij het innen van de geldboete niet conform de uitspraak van de rechter gehandeld en was het vereiste van betrouwbaarheid geschonden.
Vereiste van betrouwbaarheid. Niet behoorlijk.
De Nationale ombudsman gaf de minister van Veiligheid en Justitie in overweging een passend gebaar in de richting van verzoekster te maken als compensatie voor de gederfde vakantievreugde.