Verzoeker, een ondernemer, wendde zich tot de Nationale ombudsman omdat hij het niet eens was met de afwijzende beslissing op zijn verzoek om kwijtschelding voor waterschapsbelasting over 2013 door waterschap De Dommel. Hij wees erop dat hij in de voorgaande jaren wel kwijtschelding had gekregen. Zijn financiële en persoonlijke omstandigheden waren die jaren niet gewijzigd.
In het geval van verzoeker is volgens het waterschap sprake geweest van miscommunicatie tussen de gemeente Tilburg en het waterschap. Het waterschap werkte in 2012 voor de beoordeling van kwijtschelding van waterschapbelastingen samen met de gemeente Tilburg. Bij de toewijzing van het verzoek om kwijtschelding over het jaar 2012 was bij het waterschap niet bekend dat verzoeker ondernemer was. Het waterschap deelde verder mee dat het voor verzoeker verwarrend moet zijn geweest dat in 2013 geen kwijtschelding werd verleend, ondanks dat de omstandigheden ten opzichte van het jaar 2012 niet waren gewijzigd. De miscommunicatie kan volgens het waterschap niet aan verzoeker worden toegerekend.
De Nationale ombudsman oordeelde dat de klacht gegrond was wegens schending van het redelijkheidsvereiste. Hij hield rekening met de door het waterschap erkende miscommunicatie en het feit dat verzoekers omstandigheden niet waren gewijzigd.
De Nationale ombudsman nam er met instemming kennis van dat het waterschap alsnog tot kwijtschelding over het jaar 2013 heeft besloten.