2014/067 LBIO gaat steeds voorbij aan info over achterstand kinderalimentatie

Rapport

Een vader kreeg een brief van het LBIO waarin stond dat hij volgens zijn ex-echtgenote al een tijd geen alimentatie voor hun twee kinderen betaalde. Als hij niet kon aantonen dat hij wel degelijk "bij" was, zou het LBIO de inning van kinderalimentatie overnemen en hoge kosten in rekening brengen.

De man en zijn advocaat lieten het LBIO weten dat er geen rechterlijke beslissing was die de ex-echtgenote een aanspraak op kinderalimentatie gaf. Het LBIO ging daar niet op in, maar maakte ook geen melding meer van alimentatie voor het meerderjarige kind. Er volgde een tweede aanmaning om de betaling van alimentatie voor het andere kind in orde te maken. De advocaat herhaalde waarom er geen sprake was van een betalingsverplichting die het LBIO zou kunnen afdwingen. Uiteindelijk liet het LBIO de zaak rusten, omdat onvoldoende duidelijk was geworden of er een kinderalimentatieverplichting is en wat deze inhoudt.

De Nationale ombudsman is van oordeel dat het LBIO niet goed heeft geluisterd naar de argumenten die de vader en zijn advocaat hebben aangevoerd. Daardoor zijn de vader en LBIO langs elkaar heen blijven praten. Verder oordeelt de Nationale ombudsman dat het LBIO het verzoek om vergoeding van advocaatkosten niet volledig had mogen afwijzen. Het vereiste van een coulante opstelling is geschonden. De Nationale ombudsman doet een aanbeveling op dit punt.

Instantie: Landelijk Bureau inning onderhoudsbijdragen (LBIO)

Klacht:

LBIO gaat steeds niet in op informatie die een man en zijn advocaat geven over de achterstand in kinderalimentatie die de man zou hebben.

Oordeel:

Gegrond