Drie Marokkaanse jongens in Gouda werden 's nachts staande gehouden door de politie, met het verzoek om hun ID-bewijs-bewijs te tonen. Twee van de jongens weigerden hun medewerking omdat zij van mening waren dat de politie geen grond had om naar hun ID-bewijs-bewijs te vragen. Zij zijn al zo vaak staande gehouden door de politie en hebben het idee dat de politie hen vanwege hun Marokkaanse afkomst anders benadert dan autochtone jongeren.
Verzoekers werden uiteindelijk gefouilleerd, waarna hun identiteit alsnog is vastgesteld en zij hun weg weer mochten vervolgen.
Verzoekers klagen erover dat zij onterecht zijn staande gehouden en hun om inzage in hun ID-bewijs-bewijs is verzocht.
In deze zaak is het van belang dat er in Gouda sprake was van een inbraakgolf en dat de politie heel intensief toezicht houdt op straat om strafbare feiten te voorkomen dan wel op te sporen. Voorts is van belang dat de politieambtenaren verzoekers om 5.30 uur zagen lopen op een doodlopende weg in de nabijheid van een parkeerplaats. Deze weg bevindt zich aan de achterkant van woningen. Bovendien was de omgeving slecht verlicht, waardoor er geen dan wel slecht zicht was op hetgeen zich daar afspeelt. Ten slotte droeg één van de jongens een tas zij zich. De Nationale ombudsman kan zich in die situatie voorstellen dat de politieambtenaren zich afvroegen wat de drie jongens op dat moment op de bewuste plaats deden. Het was voor de politieambtenaren van belang om vast te stellen wie zich die nacht op de doodlopende weg bevonden. Wanneer de politie later meldingen zou krijgen van inbraak en/of diefstal, waarbij een signalement zou worden gegeven dat overeenkomt met dat van de drie jongens, zou de politie in ieder geval aanknopingspunten hebben voor een opsporingsonderzoek. Alles overziend oordeelt de Nationale ombudsman dat het redelijkerwijs noodzakelijk was voor uitoefening van de politietaak om verzoekers op 20 oktober 2012 staande te houden en hun ID-bewijs-bewijs te vorderen.
De politie heeft gehandeld in overeenstemming met het vereiste van onpartijdigheid.
De klacht over de identiteitsfouillering is niet gegrond. De Nationale ombudsman onthoudt zich van het geven van een oordeel ten aanzien van de klacht over het geweldgebruik.