De Nationale ombudsman constateert na onderzoek dat het toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg op de zorg voor verstandelijk gehandicapten te kort schiet. Mensen die zich zorgen maken over de verzorging van een familielid in een zorginstelling, vinden bij de Inspectie onvoldoende gehoor. De ombudsman deed onderzoek naar vijf klachten van bezorgde familieleden die niet tevreden waren over de rol van de Inspectie. Hij doet de minister van VWS aanbevelingen om beter om te gaan met klachten en signalen van burgers.
Mensen die vanwege een of meerdere beperkingen in een zorginstelling verblijven, zijn afhankelijk van goede verzorging in die zorginstellingen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg ziet toe op de kwaliteit van de gezondheidszorg. De Nationale ombudsman heeft in korte tijd vijf klachten ontvangen van mensen die zich ernstig zorgen maken over de verzorging van een verstandelijk gehandicapt familielid in een zorginstelling. Zij hebben zich met hun klachten tot de Inspectie gewend, maar zijn niet tevreden over de manier waarop de Inspectie met hun klachten is omgegaan. Deze klachten vormden voor de ombudsman aanleiding om een onderzoek in te stellen naar de taakopvatting van de Inspectie.
De Nationale ombudsman komt na zijn onderzoek tot de conclusie dat de Inspectie onvoldoende invulling geeft aan het toezicht op de kwaliteit van de zorg voor verstandelijk gehandicapten. De ombudsman dringt aan op een onderzoeksmethode die meer betrouwbare en objectieve informatie oplevert en plaatst vraagtekens bij vooraf aangekondigde inspecties. De Inspectie zou bij het toezicht niet alleen uit moeten gaan van de informatie die een zorginstelling verstrekt, maar veel meer gebruik moeten maken van signalen, meldingen en klachten van cliënten en hun verwanten.
Een belangrijke taak van de Inspectie is het toezicht op het klachtrecht. Wanneer iemand bij de Inspectie een melding doet dat zijn klacht door een zorginstelling niet serieus is behandeld, mag van de Inspectie doortastend optreden worden verwacht. De Nationale ombudsman vindt de taakopvatting van de Inspectie op dit punt te beperkt. De Inspectie wekt de indruk dat zij slechts kijkt naar tekortkomingen in klachtenregelingen zelf.
De Nationale ombudsman doet de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, als verantwoordelijk minister, aanbevelingen om beter om te gaan met klachten en signalen van burgers. Hij vraagt de minister zich rekenschap te geven van de vraag op welke manier de overheid bij de privatisering van de zorg invulling geeft aan haar taak de bescherming van mensenrechten zoals het recht op gezondheid en op een menswaardig bestaan te waarborgen.
De zorgsector is voor een groot deel geprivatiseerd, maar wordt vaak via de AWBZ uit publieke middelen betaald. De overheid is steeds verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gezondheidszorg. De IGZ is de instantie die namens de overheid het toezicht houdt op die kwaliteit. Als de zorg tekortschiet moet de burger erop kunnen vertrouwen dat de overheid ingrijpt.