2005/377

Rapport

Verzoeker, afkomstig uit Irak, verzocht de minister om verlening van een verblijfsvergunning. Zijn gemachtigde deed hierbij een beroep op de zogenaamde Eenmalige regeling voor asielzoekers, zoals neergelegd in TBV 2003/38, en stelde dat hij aan alle voorwaarde voldeed. De minister reageerde op dit verzoek onder meer met de mededeling dat indien verzoeker onder die regeling viel, hij apart bericht zou ontvangen. Toen bericht uitbleef, diende de gemachtigde een klacht in. Aangezien de klacht niet was behandeld, zond de Nationale ombudsman de bij hem ingediende klacht door. Daarop verklaarde de minister de klacht kennelijk ongegrond en stelde zij dat de door de Tweede Kamer geaccordeerde handelwijze was gevolgd.

Verzoeker klaagde erover dat hij nog steeds geen duidelijkheid had gekregen over de reden waarom hij niet aan de voorwaarden van de regeling voldeed en dat er geen beslissing op zijn verzoek was genomen, waardoor er geen mogelijkheid was om eventueel bezwaar aan te tekenen.

De No overwoog dat de door de minister gestelde zinledigheid van het indienen van een aanvraag om een verblijfsvergunning op grond van de Eenmalige regeling onverlet laat dat het niet onmogelijk is om een dergelijke aanvraag in te dienen. Daarnaast overwoog hij dat gelet op de inhoud en formulering van verzoekers verzoek, deze diende te worden opgevat als een aanvraag in de zin van 1:3 Awb, waarop diende te worden beslist in de vorm van een beschikking, onder vermelding van een rechtsmiddelenverwijzing. Ook al waren de criteria van de Eenmalige regeling voor een ieder inzichtelijk, zoals de minister stelde, dan liet dit het belang van een aanvrager onverminderd om te kunnen procederen tegen het niet-verlenen van de gevraagde vergunning, aldus de No. Door verzoekers gemachtigde enkel mee te delen dat verzoeker bericht zou krijgen indien hij onder de regeling viel, werd verzoeker deze mogelijkheid ontnomen.

Daarmee had de minister het beginsel van fair play geschonden. De klacht werd gegrond verklaard.

Instantie: Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

Klacht:

Geen reactie gegeven op verzoek om in aanmerking te komen voor Eenmalige regeling, maar volstaan met mededeling dat verzoeker apart bericht zou krijgen in het geval hij onder die regeling viel.

Oordeel:

Gegrond