2005/079

Rapport

De door verzoekster ingeschakelde douane expediteur tekende formeel bezwaar aan tegen een door de douane opgelegde uitnodiging tot betaling in verband met transacties van verzoekster. Omdat de douane-expediteur hiertoe als gevolg van een ongeval niet meer in staat was, stuurde verzoekster zelf de motivering van het formele bezwaar aan de douane. Zij vroeg daarbij tevens om de restitutie rechtstreeks aan haar uit te betalen. Op diens daartoe strekkend verzoek zond verzoekster de douane vervolgens nog een machtiging van de expediteur, waarin deze tevens aangaf geen bezwaar te hebben tegen rechtstreekse betaling van de restitutie aan verzoekster. De douane bevestigde de ontvangst van de machtiging en van de mededeling daarop inzake de betaling van de restitutie.

De douane wees het bezwaar toe, en stortte de restitutie op de rekening van de douane-expediteur.

Op verzoeksters verzoek haar schade te vergoeden nam de douane het standpunt in dat hij rechtsgeldig aan de expediteur had betaald omdat verzoekster geen akte van cessie had overgelegd. Hij wees verzoeksters verzoek af. Voor het verhaal van de schade verwees hij verzoekster naar de expediteur. De douane deelde daarbij nog mede dat deze in staat van faillissement verkeerde en dat de gelden vermoedelijk onder beheer van de curator waren. In de reactie op een klacht van verzoekster liet de douane weten dat hem van een faillissement van de expediteur niet was gebleken.

Verzoekster wendde zich met haar verzoek om schadevergoeding tot de staatssecretaris van Financiën. Ook deze wees het verzoek af.

Verzoekster klaagde over de afwijzing van haar verzoek om schadevergoeding door de staatssecretaris van Financiën.

De Nationale ombudsman overwoog dat de staatssecretaris van Financiën het verzoek om vergoeding van de schade in redelijkheid had kunnen afwijzen nu verzoekster niet had geprobeerd de schade te verhalen op de expediteur. De Nationale ombudsman overwoog voorts echter dat de douane jegens verzoekster een ernstig verzuim had begaan door het verzoek om rechtstreekse restitutie aan haar over het hoofd te zien en door de onjuiste mededeling over het faillissement van de expediteur.

De Nationale ombudsman oordeelde dat het redelijkheidsvereiste was geschonden door niet met verzoekster te overleggen over het verhaal van de schade op de expediteur en de vergoeding van eventuele restschade.

De Nationale ombudsman deed de aanbeveling alsnog met verzoekster in overleg te treden over het verhaal van de schade op de expediteur en over de vergoeding van eventuele restschade.

De aanbeveling werd opgevolgd.

Instantie: Staatssecretaris van Financiën

Klacht:

Verzoek om schadevergoeding afgewezen i.v.m storten van teruggaaf navorderingen invoer transacties op rekening van verkeerde bedrijf.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Staatssecretaris van Financiën

Klacht:

Douane niet aangezet tot overleg met verzoekster over het verhalen van teruggaaf op de verkeerde rekening en over vergoeden van eventuele restschade.

Oordeel:

Gegrond