2006/331

Rapport

Tijdens een vakantiebezoek aan Nederland werd in het paspoort van verzoekster door de vreemdelingendienst een onjuiste datum in haar visum aangebracht. Hierdoor werd vermeld dat zij zich op 7 oktober 2004 had aangemeld bij de vreemdelingendienst. Dit had moeten zijn 7 oktober 2003. Haar visum was geldig tot eind oktober 2003.

Verzoekster klaagt erover dat door deze verschrijving de indruk kon ontstaan dat zij in Nederland had verbleven zonder in het bezit te zijn van een geldig visum. Het gevolg hiervan was dat een latere visumaanvraag ten behoeve van een studiereis naar Spanje door de Spaanse autoriteiten werd geweigerd. Zij klaagt er vervolgens over dat de vreemdelingendienst de kosten die zij heeft gemaakt ter voorbereiding van deze studiereis niet wil vergoeden.

De vreemdelingendienst noteerde inderdaad een onjuiste datum op verzoeksters visumsticker in haar paspoort. De korpsbeheerder erkende die fout maar wil de door verzoekster geclaimde schade niet vergoeden omdat de verschrijving geen onrechtmatige daad zou zijn. De korpsbeheerder volgt het oordeel hierin van de door hem ingeschakelde schadeverzekeraar. De No is allereerst van oordeel dat de verschrijving een fout was van de vreemdelingendienst. Klacht gerond wegens schending administratieve nauwkeurigheid. Vervolgens acht de No de vraag of de verschrijving al dan niet een onrechtmatige daad was niet van doorslaggevend belang nu het handelen van de overheid dient te voldoen aan het ruimere kader van de behoorlijkheidsvereisten. Duidelijk is dat het Spaanse visum werd geweigerd als gevolg van de verschrijving van de vreemdelingendienst en dat verzoekster als gevolg hiervan schade heeft geleden. Dit betekent dat in dit geval er voor de vreemdelingendienst aanleiding had moeten zijn (een deel van ) de schade te vergoeden. Er was in deze zaak ruimte voor coulance. Klacht over niet vergoeden van schade is gegrond.

No doet de aanbeveling om, uit overwegingen van coulance, alsnog te bekijken op welke wijze verzoekster tegemoet kan worden gekomen in de door haar gemaakte kosten ter voorbereiding van haar reis naar Spanje.

Instantie: Vreemdelingendienst van regiopolitie Midden en West Brabant

Klacht:

Door verschrijving hebben Spaanse autoriteiten verzoekster geweigerd een visum te verlenen omdat daaruit bleek dat zij bij een eerder verzoek langer in Nederland was verbleven dan op grond van het visum was toegestaan; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Oordeel:

Gegrond