2006/170

Rapport

In verband met het mogelijk verspreiden van spam voerden onderzoekers van de OPTA een controle uit bij verzoekers onderneming. Verzoeker en een stagiair waren tijdens deze controle gedeeltelijk aanwezig. Twee onderhuurders van verzoeker waren tijdens de controle aanwezig in het pand. Volgens verzoeker was ten gevolge van de controle schade ontstaan; reden voor hem om (met verklaringen van de stagiair en de onderhuurders) een verzoek om schadevergoeding in te dienen bij de OPTA. De OPTA wees het verzoek (naar daartoe door de klachtadviescommissie te zijn geadviseerd) af.

Verzoeker klaagde erover, dat de OPTA zijn verzoek om schadevergoeding had afgewezen.

De Nationale ombudsman overwoog dat verzoeker had geweigerd gehoor te geven aan het verzoek van de klachtadviescommissie van de OPTA om - gelet op de tegenstrijdigheid tussen zijn verklaring (alsmede die van de stagiair en de onderhuurders) en die van de bij de controle aanwezige onderzoekers - zijn schadeverzoek nader toe te lichten. Op basis van de verklaringen die over en weer waren gesteld, had de commissie niet kunnen vaststellen of door de controle schade bij verzoeker was ontstaan. Dit was voor de commissie reden de OPTA te adviseren het verzoek af te wijzen, hetgeen geschiedde.

De Nationale ombudsman was van oordeel, dat de OPTA gelet op het voorgaande in redelijkheid kon komen tot afwijzing van het schadeverzoek. De onderzochte gedraging was behoorlijk.

Instantie: College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA)

Klacht:

Verzoekers verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Oordeel:

Niet gegrond