Verzoeker klaagde erover dat zijn voormalige werkgever de Douane hem tweemaal onjuist had geïnformeerd over de hoogte van de FPU-uitkering waarop hij bij uittreding recht zou hebben.
De Nationale ombudsman overwoog dat het op de weg van de Douane had gelegen om bij de berekening van het bedrag van de FPU-uitkering verzoeker in elk geval expliciet te vragen naar een voor de te maken berekening essentieel gegeven, te weten of er door verzoeker in de laatste tien jaar al dan niet in deeltijd was gewerkt. Wanneer dit was gebeurd had op basis van het antwoord van verzoeker een correcte berekening kunnen worden gemaakt. Door dit na te laten had de Douane in strijd gehandeld met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving. De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging niet behoorlijk.
Ten overvloede overwoog de Nationale ombudsman dat de gronden waarop de Douane zijn gehoudenheid tot het aanvullen van verzoekers FPU-uitkering tot het door de Douane berekende bedrag betwiste niet zo evident onjuist zijn, dat hij niet in redelijkheid tot afwijzing van dit verzoek had kunnen komen.