Verzoeker klaagde erover dat de Belastingdienst hem zonder een behoorlijke onderbouwing had meegedeeld dat hij de indruk had dat de door hem opgevraagde administraties niet geheel volledig waren.
De Nationale ombudsman oordeelde dat het door de Belastingdienst ingenomen standpunt door hem voldoende onderbouwd was. Dat bij de Belastingdienst op grond van zijn constateringen de indruk was ontstaan dat er wellicht stukken van de administraties ontbraken viel volgens de Nationale ombudsman goed te begrijpen. Van strijd met het motiveringsvereiste was geen sprake. De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging dan ook behoorlijk.
Overige klachtonderdelen:
- uiting van een ongefundeerde, ernstige beschuldiging