2006/068

Rapport

Tussen taxichauffeurs van het bedrijf Stationstaxi te X en de politie bestond al enige tijd onenigheid. De taxichauffeurs waren van mening dat de politie onvoldoende optrad tegen het gebruik van taxistandplaatsen als parkeerplaats door particulieren. In de nacht van 6 op 7 februari 2004 werd in het centrum van X een taxiblokkade opgeworpen. Een aantal politieambtenaren ging na een melding ter plaatse. Er ontstond een grimmige situatie. De politieambtenaren deden op enig moment een oproep om "assistentie collega", waarna twee van hun collega's ter plaatse gingen. Zij stuitten echter op de taxiblokkade en konden hun collega's in nood niet bereiken. Na de vordering van de politieambtenaren om hen doorgang te verlenen, maakten de taxichauffeurs op enig moment aanstalten om te vertrekken, waardoor de situatie zou normaliseren.

Op dat moment kwam verzoeker ter plaatse. Verzoeker trad naar eigen zeggen al jaren op als woordvoerder voor de taxichauffeurs en wilde in deze nacht bemiddelen tussen de chauffeurs en de politie. Toen hij aankwam staakten de taxichauffeurs hun ingezette vertrek en stelden zich achter verzoeker op. De politieambtenaren hadden niet de intentie om met verzoeker in gesprek te gaan en vorderden verzoeker zich van de rijbaan te verwijderen. Verzoeker volgde dit bevel echter niet op en werd aangehouden.

Verzoeker klaagde er onder meer over dat de politieambtenaren hem hadden belet te bemiddelen tussen de taxichauffeurs en de politie. Volgens verzoeker was de situatie geëscaleerd en werd hij opgeroepen met als doel om te bemiddelen.

De Nationale ombudsman vond de volgende feiten en omstandigheden voor de beoordeling van het politieop­treden van belang. De oproep "assistentie collega" is een term die alleen wordt gebruikt wanneer er sprake is van een acute noodsituatie; deze melding houdt in dat een politieambtenaar dringend hulp nodig heeft van collega-politieambtenaren. In dit geval vond het optreden van de politieambtenaren plaats in het kader van een reactie op een dergelijke spoedeisende melding. Er was sprake van een situatie die dreigde te escaleren. De Nationale ombudsman vond het begrijpelijk dat de politieambtenaren verzoeker niet in de gelegenheid stelden te bemiddelen. De politieambtenaren hadden bij hun keuze om over te gaan tot repressief politieoptreden niet gehandeld in strijd met het evenredigheidsvereiste. De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging “behoorlijk”.

Overige klachtonderdelen over:

het aanhouden;

het boeien;

slaan van verzoeker met de wapenstok;

het doen van een uitlating tijdens een later gehouden taxi-overleg.

Instantie: Regiopolitie Midden- en West-Brabant

Klacht:

Meegedeeld dat de door de gemeente aan taxichauffeurs verleende ontheffingen 'luchtkastelen' zijn.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Midden- en West-Brabant

Klacht:

Verzoeker belet te bemiddelen tussen taxichauffeurs en politie; hem aangehouden; hem geboeid en hem met de korte wapenstok geslagen.

Oordeel:

Niet gegrond