2006/023

Rapport

Verzoeker klaagde erover dat de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties zijn ver­zoek had afgewezen om de kosten te vergoeden voor de aanschaf van een nieuw paspoort nadat van zijn oude paspoort de houderpagina was afgescheurd. Volgens verzoeker kon niet met zekerheid gesteld worden dat er sprake was van onzorgvuldig gebruik van het paspoort door de houder. Verzoeker verklaarde dat hij het paspoort niet onzorgvuldig had behandeld of bewaard. De oorzaak van het losbreken van de houderpagina kon volgens verzoeker evengoed zijn gelegen in het buigen van het paspoort door bijvoorbeeld douanebeambten.

Volgens de minister voldeed de nieuwe generatie reisdocumenten aan de kwaliteitseisen die er bij normaal gebruik aan mochten worden gesteld. In dit geval wees het onderzoek door Sdu-Identification uit dat er sprake was van onzorgvuldig gebruik van het paspoort door de gebruiker. Een tweede onderzoek leidde niet tot een andere conclusie. De methode van onderzoeken en de daarmee samenhangende conclusies van de leverancier waren getoetst door een onafhankelijke, ter zake kundige buitenlandse instantie, het Bundeskriminalambt (BKA) in Wiesbaden, Duitsland. Op grond van de bevindingen van het onderzoek naar het uitbreken van de houderpagina was er voor de minister geen aanleiding verzoeker voor de kosten van aanschaf van een nieuw paspoort te compenseren.

De Nationale ombudsman achtte de beoordeling van de toedracht van het losbreken van de houderpagina van verzoekers paspoort door Sdu-Identification met voldoende waarborgen omkleed. Voorts overwoog de Nationale ombudsman dat aan het paspoort de eis mocht worden gesteld dat het een vorm van belasting doorstaat, bijvoorbeeld door het scannen of het kopiëren van het paspoort. De Nationale ombudsman achtte dit het geval. Hij baseerde zich daarbij op de kwaliteitseisen van het Offerte Aanvraag Document dat het ministerie had opgesteld voor de aanbesteding van het huidige paspoortmodel. Daarin was onder meer geregeld dat het paspoort gestandaardiseerde internationale testmethoden met betrekking tot invloed van mechanische belasting moest kunnen doorstaan en onder meer moest voldoen aan de vastgestelde internationale normen voor buigstijfheid en slijtvastheid van identificatiekaarten.

Op grond van de met waarborgen omklede beoordeling door Sdu-identification naar de toedracht van het losbreken van de houderpagina én op grond van de kwaliteitseisen waaraan het paspoort voldeed, kon de minister in redelijkheid tot de conclusie komen dat er in dit geval sprake was van onzorgvuldig gebruik van het paspoort door de gebruiker. Deze gronden, waarop de beslissing om de kosten van de aanschaf van een nieuw paspoort niet aan verzoeker te restitueren berustte, waren naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet zo evident onjuist, dat het bestuursorgaan in redelijkheid niet tot zijn beslissing had kunnen komen. De minister had dan ook niet gehandeld in strijd met het redelijkheidsvereiste.

Instantie: Minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties

Klacht:

Kosten voor aanschaf nieuw paspoort niet vergoed na afscheuren houderpagina van oud paspoort.

Oordeel:

Niet gegrond